Op mijn 13e sloot ik aan bij de jeugdopleiding van Excelsior Rotterdam. Via een talenten dag kreeg ik een uitnodiging voor een testwedstrijd. Daarin wist ik genoeg indruk te maken om gevraagd te worden voor de C2 (014-2). Dit was voor mij een kans om op een veel hoger niveau te gaan voetballen.
Het bleek vergeleken met mijn oude amateurclub een andere wereld. Vanaf dag één was het een uitdaging die ik nooit had willen missen. Het tweede team in mijn leeftijdscategorie was voor mij de perfecte plek om te beginnen. Hoewel mijn teamgenoten een veel hoger niveau gewend waren, kon ik dat compenseren met het feit dat ik een jaar ouder was, en mijn gretigheid.
Ik was daar om te laten zien dat ik het niveau aankon. Dat het geen fout was geweest van de club en de trainers om mij een kans te geven. Dat ging al snel goed. De voorbereiding ging zo lekker dat ik vanwege een blessure bij de C1 de eerste competitiewedstrijd mee mocht doen. Ik scoorde 3 keer, en zou meteen de rest van het seizoen bij de ploeg blijven.
Wat is een BVO?
Een BVO is een betaald voetbal organisatie. In Nederland worden clubs in de Eredivisie en de Eerste Divisie BVO's genoemd. Deze clubs hebben spelers onder contract die full prof zijn, en dus full-time met voetbal bezig zijn. Daarin zit het verschil met spelers uit het amateurvoetbal, die, ook wanneer ze betaald worden, in de meeste gevallen nog een baan naast het voetbal hebben.
De BVO's hebben jeugdopleidingen die bestaan om spelers klaar te stomen voor het eerste elftal. Op deze manier hoeven er geen spelers te worden aangetrokken. En zelfopgeleide spelers die worden verkocht door de club kunnen aardig wat geld opleveren. Dat geld kan opnieuw worden geïnvesteerd in de jeugdopleiding, zodat de club nieuwe, jonge spelers kan voortbrengen.
Waarom naar een BVO?
Ook al was ik pas 13, ik voelde dat ik klaar was voor een omgeving waar er meer van mij zou worden gevraagd. Bij mijn oude amateurclub was het een puur recreatieve omgeving. Hier werd eigenlijk niets gevraagd van je als speler, behalve normaal gedrag. Bij Excelsior was dat anders. En dus moest ik daarin mee, of afhaken. Dat laatste was voor mij geen optie.
Toen ik al snel de kans kreeg om aan te sluiten bij de C1 (014-1), kwam de nadruk nóg meer op het presteren te liggen. Dit was een omgeving waarin ik groeide. Zeker niet van de ene op de andere dag. Maar in een periode van maanden, en zeker jaren, kon je de ontwikkeling zien. Er zaten dagen bij die niet makkelijk waren.
Het was niet leuk om altijd weer te moeten constateren dat ik een achterstand had in vergelijking met mijn teamgenoten. Maar juist die achterstand was mijn brandstof. Al mijn aandacht ging uit naar de verbeterpunten die zouden helpen om die achterstand te verkleinen. Beetje bij beetje lukte dat, en zo nu en dan kreeg ik daar de bevestiging van. Je ontwikkeling volgt geen rechte lijn.
Voor mij was de stap naar een BVO logisch. Ik vertelde iedereen dat ik profvoetballer wou worden. Daarvoor moest ik naar een profclub. Vanwege mijn woorden, en daarna mijn gedrag, begon ik in die droom te geloven. Vanaf het moment dat ik op jonge leeftijd uitsprak dat ik wilde voetballen en niet studeren, moest ik er vol voor gaan. En dus stond alles in het teken van beter worden.
Niet voor iedereen
Mijn leven stond in het teken van beter worden als voetballer. En dus werd ik als jongen een stukje volwassener. Ik was heel erg bezig met het voetbal, en dat was precies wat ik wou. In een paar jaar was mijn leven aardig veranderd, zonder dat ik dat echt goed door had. Om mij heen werd duidelijk dat het niet voor iedereen was. De eerste jongens begonnen af te haken.
Iedereen moet op zoek naar het eigen geluk in het leven. We treffen het allemaal in iets anders. En op een andere manier. Daarnaast kan het ook nog eens veranderen. Waar ik nu gelukkig van wordt, kan over een tijdje anders zijn. Sommige jongens waren 14 of 15 en zagen in dat ze niet gelukkiger werden van de jeugdopleiding van een BVO.
Je groei als mens en die als sporter staan niet los van elkaar.
Dat betekent niet dat je niet kan groeien als mens wanneer je als sporter een andere weg kiest. Juist wanneer je een keuze maakt die bij je past, zal je groeien. Het paste bij mij om volledig bezig te zijn met dat ene doel. Het heeft me een betere voetballer gemaakt dan ik een paar jaar daarvoor had kunnen bedenken. Helaas werd dat niveau al snel normaal.
Dat is misschien de andere kant van de BVO. Je bent zo bezig met je ontwikkeling dat er minder tijd is voor het waarderen van de weg die je hebt afgelegd. De focus ligt op de kloof en niet op de winst. Dat is één van de dingen die ik nu anders zou doen.
Wie in een veeleisende en competitieve omgeving wil voetballen, zit goed bij één van de vele BVO's in Nederland. Ook bij de betere amateurclubs tref je een dergelijke omgeving. Voor mij waren mijn jaren bij Excelsior één van de meest leerzame periodes uit mijn leven.
Nu zit ik in een nieuwe periode waarin mijn ontwikkeling centraal staat. Het mooie is dat ik zelfs als 41-jarige de waardevolle lessen uit de BVO tijd kan gebruiken.
Lees Hier Meer: