Wat is de invloed van prestatiedruk op de mentale gezondheid van jeugdspelers? Die vraag kreeg ik onlangs van een student. Hieronder volgt mijn antwoord.
Voetballen bij de jeugdopleiding van een profclub is niet voor iedereen.
Voor sommige spelers is het goed in een fase van hun leven, en niet wat ze willen in een andere fase. Dingen veranderen, dus het kan gebeuren dat een jonge voetballer er geen zin meer in heeft.
Een groot verschil met school, en de prestatiedruk daar, is dat het geen verplichting is om te voetballen. Niemand zegt dat je geen werk zult vinden omdat je het niet meer ziet zitten bij de jeugdopleiding. Daarom zie je een natuurlijk verloop in de jeugdopleiding van profclubs.
Jaarlijks vertrekken er spelers, en komen er nieuwe bij. Ik heb dat meegemaakt als jeugdspeler van Excelsior. Op mijn 13e kreeg ik de kans om daar aan te sluiten. Tot mijn 20e doorliep ik daar de elftallen van de O14 tot het tweede elftal, tegenwoordig Jong Excelsior genoemd.
Er waren in mijn eerste jaar spelers die in de O14 zoveel beter waren. Ze leken in hun ontwikkeling jaren voor te lopen op mij, en waren dat misschien ook. Terwijl anderen al 4 of 5 jaar bij de club zaten, begon het toen pas voor mij. Zij keken misschien al uit naar een andere fase in het leven.
Voor sommige teamgenoten was dat een nieuwe school. Voor anderen misschien nieuwe vrienden, een eerste relatie, en het uitgaan ontdekken. Voetballen bij Excelsior was mijn nieuwe fase. Ik was in mijn hoofd al jaren klaar voor de stap. Ik was nog niet goed genoeg, maar erg leergierig.
Recreatief voetbal was niet voor mij. Ik wou naar een veeleisende omgeving. Ik mocht al snel van de O14-2 naar de O14-1. Daar was ik de minste speler. Dat wist ik. Voor het eerst moest ik echt aan de bak om beter te kunnen worden. Je gaat dan op zoek naar manieren om dat te doen.
Prestatiedruk voelde ik niet. Ik genoot van de omgeving. Het was niet altijd leuk. Je krijgt te maken met tegenslagen. Dat zijn je leermomenten. Groei is soms pijnlijk. Op 13-jarige leeftijd ben je niet altijd bewust van die ervaringen, tot je maanden of jaren later kan terugkijken op je ontwikkeling.
Dat eerste jaar kreeg ik na een training van mijn trainer te horen dat ik op zaterdag met de O14-2 mee zou gaan. Zodat ik een hele wedstrijd kon spelen. Dat betekende dat ik het duel tegen mijn beste vriend moest missen. Ik moest mijn tranen bedwingen. We hadden zo uitgekeken naar die dag.
Op zaterdag moest ik laten zien dat ik was gegroeid. Daar had ik het ook met mijn vader over. Druk voelde ik niet, ik had er gewoon zin in. Ik scoorde 2 keer die middag. Achteraf gezien is het bijzonder hoe snel ik op een veel hoger niveau kon aansluiten.
Een tijdje terug hoorde ik een mooie zin van een NBA-trainer: “De druk om te presteren is een privilege. Het betekent dat er iets op het spel staat”. Korte tijd later zei de Boston Celtics trainer over zijn sterspeler dat hij met de druk om mag gaan. Niet moet, hij mag.
De trainer is van mening dat de hoge verwachtingen en de druk van de media erbij horen als je de beste wilt zijn. Een groot verschil met vroeger is dat jeugdspelers tegenwoordig toegang hebben tot dit soort gesprekken met topsporters en toptrainers. Dit kan ze helpen om met druk om te gaan.
Want het is niet zo dat ik ontken dat prestatiedruk bestaat. In een latere fase van mijn tijd als voetballer had ik wel moeite met de zelf opgelegde druk om te presteren. Dat kwam omdat ik eigenlijk niet geloofde dat ik nog een betere voetballer kon worden als twintiger.
Prestatiedruk bestaat. Het kan komen uit jezelf, familie en vrienden of de club. Of je hier last van hebt hangt af van meerdere factoren. Er zijn mensen die niets liever willen dan op hoog niveau sporten. Anderen vinden de sport leuk, maar niet meer dan dat.
De één zal die druk als brandstof gebruiken, terwijl enige vorm van druk de ander zal afstoten. De verplichtingen zullen in een bepaalde fase als druk worden ervaren. Terwijl andere jongeren na school kunnen gaan hangen, moet een jeugdspeler naar de training.
Jaap Stam zei ooit dat hij blij is dat hij pas op latere leeftijd bij een profclub kwam, en niet in de jeugd. Hij zegt dat hij hierdoor gewoon kind kon zijn. Daar zit wat in. Je moet iets volwassener worden om als jeugdspeler bij een profclub verder te komen.
Dat is wat ik zocht. Ik had geen behoefte in hangen met klasgenoten. Ik wou voetballen. Je leert al jong dat als je iets wil bereiken, dat je daarvoor een prijs moet betalen. Je moet keuzes maken. Ik zie mensen om mij heen die dat nooit leren.
In periodes van mindere prestaties kan de druk een probleem vormen. Dat kan tijdelijk een mindere mentale gezondheid betekenen. Dit is het moment dat kan bepalen wie je bent. Ben je iemand voor sport op een hoog niveau, dan kom je daaruit. Ben je dat niet, dan denk je in die fase aan stoppen.
Vandaag de dag hebben jonge sporters de middelen online om ze te helpen. Sporters praten in podcasts openlijk over de uitdagingen die ze hebben moeten overwinnen. Daar kunnen jonge voetballers veel van leren.
Prestatiedruk hoort bij alles wat je op hoog niveau doet. Het is niet erg als je daar soms wat moeite mee hebt. Jerry Seinfeld zei ooit: “Je zegen in het leven is wanneer je de kwelling vindt die je kunt accepteren”.
Lees Hier Meer: