Rendement wordt gemeten door te kijken naar wat er voortkomt uit acties van voetballers.
Er wordt vooral in het geval van aanvallers over rendement gesproken. Een buitenspeler die veel de actie aangaat, moet tot voorzetten komen. Het rendement van deze buitenspeler kan worden gemeten door de verhouding voorzetten/assists te berekenen.
Een assist komt tot stand wanneer een voorzet of pass leidt tot een doelpunt. Rendement zal niet vaak daadwerkelijk worden berekend. Er wordt normaal gesproken gekeken naar het aantal assists van spelers in een aanvallende positie. Dat wordt dan vergeleken met de manier van voetballen.
Zo worden spitsen vaak afgerekend op het aantal doelpunten. Dat komt omdat zij vaak de spelers zijn die het meest in een kansrijke positie komen. Spitsen die door teamgenoten goed worden bediend, moeten tot scoren komen.
Een buitenspeler met spectaculaire acties en een slechte voorzet heeft een laag rendement. Het maken van de actie is geen doel op zich. De actie moet dienen als manier om aan assists en doelpunten te komen. Zowel spitsen als aanvallers moeten doelgerichte, effectieve spelers zijn.
Het verhogen van het rendement van spelers valt goed te trainen. Eerst moet er worden vastgesteld waar een speler moeite mee heeft. Daarna kunnen er oefeningen en oefenvormen worden bedacht om onderdelen van het spel te verbeteren. Individuele trainingen werken dan goed.
Statistieken
Aan de hand van het aantal goals wordt dan de rendement van een spits beoordeeld. Er zijn gevallen waarin spitsen die als pinchhitter worden gebruikt geweldige statistieken hebben. Dan wordt er gekeken naar het aantal minuten dat ze maken, en het aantal doelpunten per gespeelde minuut.
Ook de rechtsback en de linksback komen vandaag de dag veel aan aanvallen toe. Als een back in een seizoen tot 7 assists komt, toont dat op zich al een hoog rendement aan. Zeker als dit het geval is bij een kleinere club. Dat is een ander onderdeel van het rendement.
Aanvallers van grotere teams zullen meer in kansrijke positie komen. Dat is zo omdat zij als ploeg meer aan de bal zijn, en de kwaliteiten hebben om meer kansen te creëren. Spitsen en aanvallers van kleinere teams worden daarom met een minder aantal doelpunten en assists als interessant gezien.
Als je een stap verder gaat met het analyseren van statistieken, kan je daar veel informatie uit halen. Zo kan je een analyse maken van waar op het veld een speler het meest gevaarlijk is.
Door na te gaan hoe die situaties tot stand komen, kan je aan de slag met het nabootsen en herhalen ervan.
Lees Hier Meer:
Geschreven door: Freddy Gomes