Als klein jongetje was ik technisch goed. Ik had genoeg zelfvertrouwen aan de bal, en kon aardig dribbelen. Het feit dat ik regelmatig scoorde gaf mij nog meer vertrouwen. Maar ik kan mij herinneren dat er één ding was waar ik veel moeite mee had. Ik kon nauwelijks hooghouden.
Toen ik interesse begon te tonen in een stap hoger, sprak ik hierover met mijn vader. Ik dacht dat ik misschien wel mee zou kunnen bij een profclub. Het was in ieder geval iets wat ik graag wou proberen. Om mij te motiveren begon mijn vader over het hooghouden van de bal:
“Wat als je tijdens een proeftraining wordt getest op het hooghouden?”
En dus ging ik vanaf die dag aan de slag. Het enige wat ik nodig had was een bal. Op de binnenplaats had ik alle ruimte om te oefenen. Wanneer het regende deed ik het binnen, in één van de ruimtes van onze flat. Bijna elke dag was ik aan het oefenen. En langzaam werd ik beter. Mijn zelfvertrouwen nam nog meer toe omdat ik inzag dat ik door iets te oefenen er beter in kon worden.
Mijn kans bij een profclub zou volgen. Via een talenten dag kreeg ik een uitnodiging voor een proefwedstrijd. Ik maakte genoeg indruk op de trainers om aan te mogen sluiten bij het tweede team in mijn leeftijdscategorie. Ik werd nooit getest op het hooghouden. Toch weet ik dat dit een rol speelde. Het feit dat ik het beheerste, en zelf had getraind, had mij een betere voetballer gemaakt.
Verschillende type oefeningen
Je kan als voetballer vele verschillende type oefeningen uitvoeren. Wat wil je verbeteren? Oefeningen zijn heel geschikt om alleen uit te voeren. Zo is het mogelijk om je techniek of conditie te verbeteren, buiten de groep om. Ben je trainer, dan is het mogelijk om meerdere oefeningen te combineren om je training in elkaar te zetten.
Op onze blog spreken we overigens in de meeste gevallen over oefenvormen, zoals afwerkvormen en partijvormen. Dit zijn oefenvormen gericht op de gehele groep, waar oefeningen dus heel geschikt zijn voor wanneer je alleen traint.
In dit stuk gaan we verder in op oefeningen die spelers helpen technisch beter te worden.
Oefenen in je eentje
Hooghouden met de bal is één van de oefeningen die je alleen kunt doen. Rechts, links, benen gebruiken en met je hoofd. Je hebt een bal nodig en wat ruimte. Deze oefening maakt je technisch sterker. Om te beginnen kan je met je sterke been hooghouden. 10, 20 of 30 keer. Daarna kan je proberen om met beide voeten hoog te houden. Om en om.
Daarna kan je je benen gaan gebruiken en je hoofd. Hoe beter je wordt, hoe meer je moet afwisselen om nog beter te worden. Je kunt ook verschillende trucjes proberen die je erin verwerkt. Bijvoorbeeld door af en toe de bal in je nek te leggen. Hoe dan ook, door simpelweg het hooghouden te willen oefenen, kan je vele uren bezig zijn met het spelletje.
Kies een muurtje uit waar je geen overlast veroorzaakt. Nu kan je oefenen met het kaatsen van de bal. Dit is ook meteen je kans om een tweebenige voetballer te worden. Wissel links en rechts af, en als dit goed gaat, verhoog de snelheid. Om te balaanname te verbeteren speel je de bal hard tegen het muurtje, met een stuit. Zo krijg je een moeilijke bal om aan te nemen. Je techniek gaat vooruit.
Op het veld
Bovenstaande oefeningen zijn perfect voor kleinere ruimtes, of een pleintje. Hieronder beschrijf ik een aantal oefeningen en combinaties die meer geschikt zijn voor op het voetbalveld.
Een andere manier om je spel aan de bal te verbeteren, is het dribbelen. Train je dit alleen, dan kan dit bijvoorbeed ook voor of na de training. Neem dan even een paar pionnen. Zet deze neer op ongeveer een meter van elkaar. Vijf of zes pionnen zijn genoeg. Begin met dribbelen tussen de pionnen door. Verhoog bij elke herhaling de snelheid.
Ben je met een teamgenoot, combineer de oefening dan met een pass. Ga beide aan een kant staan. De ene speelt de ander in, het liefst hard en met een stuit. Dit maakt het moeilijker om de bal aan te nemen, waardoor je ook je aanname oefent. Begin na het controleren van de bal aan je dribbel tussen de pionnen.
Is je teamgenoot verdediger, maak dan van de situatie gebruik door 1 tegen 1 te spelen. Jij kan als middenvelder of aanvaller het dribbelen en drijven oefenen, en je teamgenoot het 1 op 1 verdedigen. Maak gebruik van twee kleine goals en een klein speelveld om de oefening compleet te maken.
Als je teamgenoot keeper is, combineer dan het dribbelen en drijven met het afwerken op doel. De keeper kan jou inspelen (of gooien) waardoor je aanname ook kan worden getraind. Daarna kan je de dribbel op snelheid uitvoeren, voor je gaat afwerken. Dit kan je doen van afstand, of door op de keeper af te gaan.
Bepaal de oefeningen die je extra doet aan de hand van wat je het liefst wilt verbeteren aan je spel. Luister hiervoor naar de feedback van je trainer en andere mensen om je heen. Analyseer daarnaast je eigen spel om tot een aantal (kleine) verbeterpunten te komen.
Succes!
Lees Hier Meer: