In het voetbal wordt met techniek de vaardigheid van een speler aan en met de bal bedoeld.
Het gaat hierbij om de vaardigheden met de bal aan de voet. Hieronder vallen de handelingen rond het aannemen van de bal en het dribbelen met de bal. Als het gaat om passen en trappen, wordt de term traptechniek gebruikt.
Bij het aannemen van de bal dien je rekening te houden met je volgende handeling. Ontvang je de bal, en wil je een medespeler aan de rechterkant inspelen, dan dient deze voor je rechterbeen te liggen als je rechtsbenig bent. Ligt deze niet meteen goed na de eerste aanname, dan heb je een extra handeling nodig terwijl je mogelijk onder druk wordt gezet door de tegenstander.
Een goed voorbeeld van hoe dit moet werken krijg je tijdens een afwerkoefening op de training. Een simpele vorm met een teruggetrokken pass en de regel van één keer aannemen, toont het aan. Want doet een speler dit niet goed, dan is het onmogelijk om af te werken op doel. Of het moet met het verkeerde been, wat lastig is voor spelers die niet tweebenig zijn.
Het is als een situatie in de wedstrijd, waarin er weinig ruimte is en je niet de tijd krijgt om de bal nog een keer goed te leggen. Hoe kleiner de ruimtes, hoe beter je eerste aanname moet zijn om meteen daarna te kunnen handelen. Wil je bijvoorbeeld tussen de linies kunnen voetballen, dan heb je daar technisch sterke spelers voor nodig.
Functioneel
Als het gaat om techniek, wordt er vaak gesproken over functionele techniek. Dit betekent dat een speler de technische vaardigheden in dienst stelt van het spel. In een elftal met veel voetballend vermogen, stelt de techniek spelers in staat aannames in één keer goed te hebben. Zo ligt de bal gelijk klaar voor de volgende handeling, zoals het inspelen van een medespeler.
Op deze manier kan een elftal het tempo van rondspelen verhogen. Hoe hoger het tempo, hoe meer moeite een tegenstander zal hebben met het verdedigen. Functionele techniek wordt ook wel de basistechniek genoemd. Je hoeft echt geen trucjes uit te halen om een technische voetballer te zijn. Goede functionele techniek verhoogt de handelingssnelheid van spelers.
Voor buitenspelers is het natuurlijk wel belangrijk dat zij in staat zijn goed te dribbelen. Schijnbewegingen zijn vaak genoeg om de tegenstander even op het verkeerde been te zetten, waarna een korte versnelling genoeg kan zijn voor het passeren. De trucendoos opengooien wil lang niet altijd zeggen dat dit werkt.
Een speler die erg technisch was zonder gekke dingen te doen, was Wesley Sneijder. De kleine nummer 10 is over het algemeen een favoriet voorbeeld van onze blog, vanwege zijn enorme voetballende kwaliteiten. Hij kon bijzonder veel met een bal, maar verkoos altijd het functionele. In zijn geval moest zijn techniek vooral dienen om zijn passes te kunnen versturen.
Oefeningen
Het aannemen van de bal trainde ik vroeger door met een teamgenoot passes te verwerken. Ik vroeg dan om harde ballen met een stuit aangespeeld te krijgen. Keer op keer moest ik deze ballen goed aannemen, en meteen weer terugspelen. Ook aan het dribbelen met de bal werkte ik regelmatig.
Dit kan met en zonder pionnen, en op verschillende snelheden. Dit is afhankelijk van de wedstrijdsituatie die je ermee wilt nabootsen. Ben je buitenspeler, dan wil je situaties nadoen waarin je op snelheid een tegenstander nadert. Deze oefening kan je goed met een back uit het team oefenen, omdat jullie beiden baat hebben bij het trainen van de 1 tegen 1 situatie.
Ik kom in een ander stuk terug op de techniektraining. Wordt dus zeker vervolgd.
Lees Hier Meer: