Buitenlandse centrale verdedigers hebben vaak moeite met de eisen die in ons land worden gesteld.
Verdedigers moeten in de Eredivisie een man kunnen uitschakelen, maar ook goed in de opbouw zijn. Ze worden beoordeeld op de snelheid van de inspeelpass, en of ze een teamgenoot tussen de linies weten te vinden.
Ik kijk graag naar goed verzorgd voetbal met een fijne opbouw van achteruit. Maar ik denk dat er soms te makkelijk wordt gedacht over hoe spelers worden beoordeeld.
Een voorstopper is een mandekker, een speler die goed is in het verdedigen van de spits en aanvallers van de tegenpartij. Daarnaast zijn centrale verdedigers veel bezig met de organisatie van het gehele team. Laat deze spelers vooral datgene doen waar ze goed in zijn.
Door ook nog eens een goede opbouw te vragen van spelers die andere kwaliteiten bezitten, worden spelers onzeker. De kans is aanwezig dat zij daardoor de dingen die zij normaal gesproken beheersen, minder goed uit gaan voeren.
Nederlands Elftal
Virgil van Dijk is, naast een geweldige verdediger, ook erg sterk aan de bal. Van Dijk heeft een goede inspeelpass, maar kan daarnaast een hele fijne lange bal geven. Verdedigers die in Nederland zijn opgeleid, vooral bij de grotere clubs, zijn meer gewend aan de eisen die gesteld worden.
Die verdedigers zijn vanuit de jeugd gewend veel aan de bal te zijn als sterker team. In de jeugd horen de teams van Ajax en Feyenoord normaal gesproken bij de besten. En dus is het niet gek dat De Ligt, Timber, Geertruida en De Vrij zich veel vertrouwen hebben met de bal aan de voet.
Deze centrale verdedigers stellen Oranje in staat om de opbouw te verzorgen van achteruit. Het voetbal van het Nederlands Elftal kan als voorbeeld dienen voor anderen. Maar dat betekent niet dat spelers op een ander niveau dat kunnen uitvoeren.
Van de opbouw van Oranje mag je twee dingen verwachten. Het eerste is dat alle spelers weten hoe zij moeten bewegen tijdens de opbouw. Dat betekent dat er een aantal ballijnen ontstaan voor de speler met bal. Daarnaast mag je ook verwachten dat zij oplossingen vinden als spelers gedekt zijn.
Ander niveau
Op een lager niveau, of met andere type verdedigers, moet er iets anders worden bedacht. Zo kan een middenvelder inzakken tussen de twee centrale verdedigers om de opbouw te helpen verzorgen. Een ander voordeel van deze oplossing is dat de tegenstander hier iets op moet bedenken.
De focus kan komen te liggen op hoe het elftal zorgt dat spelers vrij komen te staan. Zo weten spelers steeds beter wat de bedoeling is in balbezit, en welke passes er kunnen worden gegeven. Als verdedigers zich kunnen richten op één of twee passes, dan kan de kwaliteit van die passes omhoog.
Zo verleggen trainers het probleem van het bedenken van oplossingen van het veld naar het tactiekbord. Blijkt dat de tegenpartij een antwoord heeft op het vrijlopen, dan kan er altijd worden gekozen voor de lange bal. Opbouwen is nog steeds geen verplichting.
Een goede trainer moet zich aanpassen aan de groep, en niet andersom. Hoe belangrijk is het opbouwen van achteruit voor het team? Is dat de enige manier voor het elftal om tot de gewenste resultaten te komen? Dat zijn belangrijke vragen die beantwoord moeten worden.
Zet dat af tegen de taken en kwaliteiten van de verdediging. Als een team verdedigers in huis heeft die heel erg goed in staat zijn om de tegenpartij van scoren af te houden, koester dat dan.
Laat die spelers vooral doen waar ze goed in zijn. Dat is hoe je wedstrijden wint.
Geschreven door: Freddy Gomes