Ga je van achteruit opbouwen of speel je de lange bal?
Er zijn teams die lijken te geloven dat het verplicht is om van achteruit op te bouwen. Ik zie ploegen enorm veel risico nemen. Dit geldt zeker voor teams die eigenlijk niet beschikken over de kwaliteiten om onder druk van de tegenstander op te bouwen.
Het is daarom belangrijk de momenten te leren kiezen. Soms vraagt een situatie om het spelen van de lange bal. Wanneer een tegenstander van plan is vol druk vooruit te zetten, kan de lange bal zelfs het meeste opleveren.
Een team kan de wedstrijd ingaan met de intentie om op te bouwen, en toch beseffen dat dit niet bij elke bal de beste oplossing is. Zit je als team lekker in de wedstrijd, en wordt de vrije man gevonden, dan doe je er goed aan zo verder te gaan.
Is de tegenstander goed in het druk zetten, en merk je al snel dat het team hier moeite mee heeft, dan kan er beter de lange bal worden gespeeld. Net als het opbouwen, moet er tijdens de training wel wat aandacht worden geschonken aan hoe het team hiermee om moet gaan.
Balverlies in de opbouw
Zoals tegenwoordig de achterbal wordt genomen, zie je soms teams tot op de eigen achterlijn de bal rond spelen. Steeds vaker zien we gevaarlijke passes die voor de eigen goal langs worden gespeeld. Dit is leuk om naar te kijken, maar soms vraag ik mij af waarom teams dit doen.
Hoeveel voetballend vermogen het team ook heeft, het is in mijn ogen een te groot risico. Eén fout in de opbouw is genoeg voor een tegengoal. Het kan zijn dat het team dit niet meer te boven komt. De risico's waren voorheen al aanwezig, maar zijn met 'de nieuwe achterbal' nog groter geworden.
Balverlies op eigen helft is gevaarlijk. In de opbouw gaat het team zoveel mogelijk uit elkaar. Het begint met de backs die oplopen, en het centrale duo dat links en rechts van de keeper gaat staan. Overal op het veld proberen spelers ruimte voor elkaar te maken.
Als er op dat moment balverlies is, is het bijna onmogelijk om op tijd te herstellen. Tijdens het verdedigen worden ruimtes juist klein gehouden, onder andere om elkaar te kunnen helpen. Balverlies tijdens de opbouw levert in de meeste gevallen gevaar op.
De lange bal
Het spelen van de lange bal is een manier om gevaarlijk balverlies te voorkomen. Als de tegenstander in balbezit komt, dan maar op 50 meter van de eigen goal. Teams kunnen echter ook profiteren van de lange bal, door gebruik te maken van de eigen kwaliteiten.
Zelfs achter een lange bal van achteruit moet een idee zitten. Zoek bijvoorbeeld de kopsterke spits, en maak gebruik van lopende mensen om deze speler heen. Een buitenspeler kan van buiten naar binnen komen. Een diepgaande middenvelder kan proberen te profiteren van de ruimte.
Omdat de tegenstander druk probeerde te zetten, ligt er ruimte op dit deel van het veld. Lukt het de spits niet om het eerste duel te winnen, dan moet er worden gevochten om de tweede bal. Zorg daarom dat de laatste lijn snel vooruit gaat na de lange bal, en dat het middenveld compact staat.
Al wint de tegenpartij het kopduel, de bal zal niet ver komen. Het inschatten van waar de bal terecht zal komen helpt met het winnen van de tweede bal. Het team zal beter staan voor de situatie die daarna ontstaat. Wordt de bal uiteindelijk gewonnen, dan kan het team verder voetballen.
Aan de bal komen rond de middenlijn, of misschien zelfs op de helft van de tegenstander, is voor veel teams een betere situatie. Dit is voor de meeste ploegen beter dan het opbouwen onder druk op 20 meter van de eigen goal. Ondanks het balbezit moet het team wel denken aan de verdedigende organisatie.
Spelers en trainers zullen voetballend beter willen worden. Ik begrijp goed dat het opbouwen van achteruit moet worden uitgevoerd om verbetering te zien. Toch denk ik dat dit mogelijk is om dit te doen zonder wedstrijden weg te geven.
Het opbouwen van achteruit en hanteren van de lange bal afwisselen op de juiste momenten. Ook dat tekent in mijn ogen een sterk team.
Lees Hier Meer:
Een wedstrijd domineren kan ook zonder bal
Geschreven door: Freddy Gomes, oud-voetballer op niveau en oud-trainer van een vriendenteam. Ik speelde 7 jaar voor Excelsior Rotterdam. Vanaf de C-jeugd (O14) tot aan het tweede elftal. Later speelde ik een aantal seizoenen in de Hoofdklasse. Als trainer werd ik kampioen met mijn vriendenteam in de Reserve 5e Klasse Zaterdag. Ik was tevens de keeper van dat team.