Ik dacht te weten hoe het grote Ajax van het seizoen '94/'95 voetbalde.
Tot ik een paar jaar geleden keek naar een herhaling van Ajax tegen AC Milan, in de Champions League finale van 1995. Een zender toonde oude CL-finales op weg naar de finale van dat seizoen.
Ajax speelde niet met een inschuivende verdediger, maar echt 3-4-3 (vast).
Achterin speelde Ajax 3 tegen 2, met één man voor rugdekking. Misschien was dat speciaal voor de tegenstander van die avond, want die speelde zoals altijd met twee spitsen. Hoe dan ook, ik was eerlijk gezegd verbaasd om te zien dat Ajax deze formatie hanteerde.
Had Ajax voor een klassieke 4-3-3 gekozen tegen de twee spitsen van de Italianen, dan waren zij in de problemen gekomen. 10 jaar later moest Liverpool trainer Benitez zijn ploeg omzetten om in de rust te voorkomen dat het systeem van Milan de Engelsen volledig zouden wegspelen.
Op het middenveld ontstonden er twee ruiten die het man op man moesten uitzoeken. Ajax had er onder meer de zeer ervaren Frank Rijkaard staan, en de jonge Clarence Seedorf. Voorin hielden de buitenspelers het veld breed, en werd de spits ondersteund door de 10 die daar kort achter speelde.
Ajax won de finale van Milan, dankzij een goal van Kluivert na een assist van Rijkaard. De Amsterdammers hadden heel Europa op de knieën gekregen met fantastisch voetbal. Zo werd Bayern München in de halve finale met maar liefst 5-2 verslagen.
Vandaag de dag zien we 3-4-3 meestal in een andere variant.
Het verschil met het Ajax van '94/'95 zit voornamelijk in de formatie van het middenveld.
Dit bleek vooral voor Dumfries een bevrijding. In deze manier van spelen zijn de wing backs namelijk twee van de op papier 4 middenvelders. De wing backs zorgen er echter ook voor dat zij bij balverlies de eigen zone afdekken waardoor er soms een lijn van vijf kan ontstaan achterin.
In een systeem met wing backs kan een trainer spelers voorin meer vrijheid geven. Koeman hoeft dan niet met buitenspelers te spelen. Gakpo speelde bij PSV vooral als linksbuiten, maar bij Liverpool gebruikt Klopp hem anders. Ook Xavi Simons is zeker geen typische buitenspeler.
Wing backs maken het lastig voor een tegenstander omdat zij in de ruimtes duiken in plaats van er al te staan. 'Er staan vs er komen' wordt regelmatig besproken, zoals wanneer het gaat om een 10 die te diep speelt. Tegenstanders verliezen wing backs uit het oog omdat het spel zich centraal afspeelt, en daar de ruimtes dicht moeten worden gemaakt.
Een kleine versnelling van het spel kan ervoor zorgen dat een wing back als Dumfries, met snelheid, kracht en de juiste timing, kan profiteren van de ruimte aan de zijkant. Dit zagen we tegen Griekenland en Ierland, waarin Dumfries belangrijk was met zijn assists.
Zowel 3-4-3 als 3-5-2 kunnen zorgen voor extra zekerheid achterin én de verrassing van de wing back op momenten dat iedereen vooral oog heeft voor wat er centraal kan gebeuren.