Een voetbaltrainer is iemand die staat voor de groep, en onder meer de trainingen van die groep in elkaar zet. Deze trainingen noemen we de oefenstof. De oefenstof wordt door de trainer bepaalt aan de hand van de speelwijze en doelstellingen.
De trainer maakt de opstelling van het team. De trainer kiest welke spelers in de basis starten, en op welke positie. Trainers bepalen in welk systeem er wordt gespeeld, zorgen voor regels in de groep en bepalen mede de cultuur binnen het team en de club.
Trainers dienen te beschikken over een eigen voetbalfilosofie, met ideeën over hoe voetbal moet worden gespeeld. Willen zij wel of niet veel aan de bal zijn? Moet het team kunnen opbouwen van achteruit? Speelt het team met buitenspelers of niet? Op elk niveau moet een trainer, aan de hand van vele voorbeelden, uitzoeken wat voor soort trainer ze zijn.
Een trainer moet beschikken over de kwaliteiten om de ideeën over het spelletje over te brengen aan een groep spelers. Communicatie is van groot belang voor een trainer. Half communiceren en verwachten dat een groep gewoon begrijpt wat er in je hoofd zit, werkt niet.
Wat moet een trainer kunnen?
Trainers moeten onder meer goed kunnen spreken. Als trainer sta je een groot deel van de tijd voor de groep om iets uit te leggen. Dit moet je niet alleen heel duidelijk over kunnen brengen, maar dient ook leuk zijn om naar te luisteren. Door bijvoorbeeld humor te gebruiken werk je niet alleen aan een betere sfeer, het zorgt er ook voor dat spelers beter opletten.
Goed kunnen spreken is belangrijk, al is het ook niet alles. Daarom schreef ik in Wat ik heb geleerd als Trainer het volgende:
“Je hoeft niet de beste spreker te zijn of altijd de juiste woorden te gebruiken. Soms kunnen bepaalde acties of een manier van communiceren het geloof opwekken in spelers dat zij tot grote dingen in staat zijn. Dit kan leiden tot vertrouwen in de trainer, en aan de basis staan van het vertrouwen onderling.”
Een trainer moet een visie hebben voor het team. Wat willen zij samen bereiken? Het overbrengen van deze visie gaat gepaard met de juiste verhalen en een meeslepende manier van vertellen. Hierop neemt het vertrouwen toe in de trainer. Dit kan de basis vormen voor goede resultaten, die daarna zorgen voor nog meer vertrouwen en daarmee nog meer groei.
Om deze sneeuwbal tot stand te brengen schreef ik in Hoe word je Voetbaltrainer het volgende:
“Wil je voetbaltrainer worden, dan moet je naast je voetbalkennis net zoveel bezig zijn met de manier waarop je met mensen omgaat. Jong en oud. Dat is in ieder geval mijn advies.”
Een trainer moet de verschillende relaties in een (grote) groep zien op te bouwen en te managen. Het is om die reden dat ik in beide stukken benadruk dat je het vertrouwen van de groep nodig hebt om te kunnen werken. Het vormt met name bij de senioren de basis van het trainer zijn.
Andere kwaliteiten
Om goed te kunnen spreken, en duidelijk te communiceren, moet je weten wat je wilt zeggen. Denk daarom onder andere na over onderstaande zaken:
Wat wil je bereiken met de groep?
Wat vind je belangrijk?
Hoe wil je graag spelen, en waarom?
Weet jij welke type trainer je bent?
Hierboven beschreef ik kort de belangrijke termen visie, verhalen en vertrouwen. In eerdere stukken over het trainerschap schreef ik over duidelijkheid en vastigheid.
Met duidelijkheid bedoelde ik het gedrag dat hoort bij bepaalde regels en uitspraken. Geef je aan geen uitzonderingen te maken, dan moet je dat volhouden. Omdat uitzonderingen meestal onverwachte gevallen zijn, kan je beter het tegenovergestelde stellen aan de groep. Geef aan dat je uitzonderingen maakt, waar jij denkt dat deze van toepassing zijn.
Zo weet te groep beter waar ze aan toe zijn. De boodschap kun je van tijd tot tijd herhalen. Vastigheid zorgt voor een groep die weet wat er van ze wordt verwacht. Zoveel mogelijk spelen in hetzelfde systeem betekent tijd om te leren wat de taken zijn op verschillende posities.
Ook hiermee neemt het vertrouwen toe omdat spelers zien dat er verbetering zit in de uitvoering.
Als voetbaltrainer hoef je niet alles in huis te hebben. Door samen te werken met anderen die je aanvullen, kan je zorgen voor een sterke staf. Heb jij weinig ervaring als speler? Werk dan samen met iemand die altijd zelf heeft gevoetbald.
Misschien ben jij een hele goede veldtrainer, maar minder in het managen van de groep. Werk dan samen met iemand die sterk is in de communicatie, en makkelijk met meerdere type mensen om kan gaan. Je ambitie betekent niet dat je het alleen hoeft te doen.
Een goede trainer beseft dat er dingen zijn die anderen beter kunnen, en zoekt een manier om deze mensen aan de groep toe te voegen. Samen kan je spelers nog beter maken.