Met een schijnbeweging kan je de tegenstander doen denken dat je de ene kant op gaat, terwijl je van plan bent om de andere kant op te gaan. Het gebruik van schijnbewegingen of lichaamsbewegingen tijdens het dribbelen en drijven geven je de tijd en ruimte om de tegenstander te passeren.
Een voorbeeld:
Een rechtsbenige buitenspeler heeft de bal aan de rechterkant van het veld. De buitenspeler zoekt de back op. Met een schijnbeweging doet de rechtsbuiten alsof er een actie naar binnen komt. De back stapt, om de dribbel tegen te houden. Hierdoor ontstaat ruimte om buitenom te gaan.
Met een versnelling kan nu de back worden gepasseerd. Daarna kan de rechtsbuiten kiezen voor een voorzet, of verder dribbelen in richting van de goal van de tegenstander.
Traditionele buitenspelers waren specialisten in deze schijnbewegingen. Soms kon een back wel raden dat het om een schijnbeweging ging, om er even later alsnog in te trappen. Wanneer de uitvoering goed is, raak je overtuigd van de actie. De seconde dat je op het verkeerde been staat, is het moment voor een korte versnelling.
Ik hoorde specialist Leo Koswal ooit vertellen wat zijn moment van passeren was. Hij begon met dreigen tijdens zijn dribbel. Wanneer de back net de hak van de voet verplaatste, in een stap terug. Dat momentje was voor hem altijd voldoende om te versnellen. Dan is de tegenstander gezien.
Buitenspelers gingen steeds meer aan de verkeerde kant spelen. Bayern München had dit met Robben op rechts en Ribery op links. Beiden konden zowel buitenom als naar binnen. Hierdoor waren zij moeilijk te stoppen. Vooral Robben kon dit geweldig. Dreigen naar buiten, dribbelen naar binnen. Even inhouden. Bal naar de verre hoek, buiten bereik van de keeper. Doelpunt.
Het zijn redenen voor teams om de bal snel rond te laten gaan. Het voetballen vermogen in het team gebruiken om vervolgens de juiste spelers aan de bal te krijgen. Spelers die met wat ruimte in een 1 tegen 1 de tegenstander pijn kunnen doen. Dit hoeft niet altijd een buitenspeler te zijn.
Krijg je creatieve spelers aan de bal tussen de linies van de tegenstander, dan kan dit ook gevaar opleveren. Een tegenstander die uitstapt moet dan met een schijnbeweging worden misleid. Zo ontstaat de seconde ruimte die nodig is om op goal te kunnen schieten, of voor het geven van een steekpass.
De Schaar
Zinedine Zidane danste vroeger over het veld. Naast zijn geliefde pirouette had hij ook een mooie schaar in huis. De nummer 10 van de Fransen stapte dan met rechts om de bal heen. Hierdoor dacht de tegenstander dat hij naar rechts ging. Daarna volgde bijna in één beweging het meenemen van de bal met links. Dan was Zizou vertrokken. Op weg naar het vijandelijke doel.
Wat de schaar zo lastig te verdedigen maakt, is de beweging van de voet in de richting van de bal. In plaats van contact met de bal, beweegt je voet echter net om de bal heen. Hier komt dan de schijnbeweging met het bovenlichaam nog bij, waardoor de schaar vervelend is voor tegenstanders.
Schijnbewegingen en de schaar zijn uitstekend te oefenen, ook in je eentje. Je hebt alleen een bal nodig en een paar m2. Ga uit van je positie en een specifieke wedstrijdsituatie. Veel plezier!
Lees Hier Meer: