Voorbeelden van iconische rugnummers in het voetbal zijn de nummers 7, 10 en 14. Later volgden onder anderen de 1+8 van Ivan Zamorano, en het nummer 99 van Vitor Baia. Lees hieronder meer over deze rugnummers.
Tijdens het WK van 1954 kregen spelers voor het eerst te maken met een vast nummer voor het gehele toernooi. Je kunt je voorstellen dat rugnummers toen nog niet de betekenis hadden die ze nu hebben voor voetballers en fans.
4 jaar later stond het WK van 1958 voor de deur. De Brazilianen hadden toen onder meer een groot 17-jarig talent in de selectie. Omdat Brazilië was vergeten de rugnummers door te sturen naar de organisatie, kregen de spelers nummers toegekend.
Zo speelde keeper Gilmar met nummer 3, en rechtsbuiten Garrincha met nummer 11. Nummer 10 was toegekend aan de 17-jarige Edson Arantes do Nascimento, die vanaf dat toernooi bekend zou staan als Pelé. Wie had gedacht dat het rugnummer 10 van Pelé per toeval tot stand was gekomen?
Hetzelfde kan worden gezegd voor Cruijff en zijn nummer 14. Net voor een wedstrijd gaf Cruijff als wissel zijn shirt weg aan een teamgenoot die geen shirt bleek te hebben. Cruijff trok naar de kleedkamer om snel een ander shirt te pakken, en pakte per toeval nummer 14.
Bijgeloof en de kans om dwars te liggen lagen aan de basis van wat later een iconische rugnummer zou worden.
Bijzonder
Een van de meeste bijzondere rugnummers die ik ooit heb gezien, is de '1 + 8' van de Chileense spits Ivan Zamorano. In 1997 koopt Inter Milan Ronaldo van Barcelona. De Braziliaan krijgt van de club rugnummer 10. Ivan Zamorano is dan de nummer 9 van Inter.
Het is een grote transfer, en Ronaldo maakt dat meteen waar in het eerste seizoen. Hij komt tot 34 doelpunten in totaal. Inter wint de UEFA Cup door Lazio Roma in de finale te verslaan. Een jaar later haalt Inter Roberto Baggio. Hij moet zorgen voor meer gevaar voorin.
Ronaldo, ook dan al bekend als R9, gaat spelen met nummer 9. Roberto Baggio krijgt logischerwijs rugnummer 10. Zamorano krijgt van de club nummer 18 aangeboden. Het zit de Chileen niet lekker. Hij was het liefst met nummer 9 blijven spelen. Wat hij daarna verzint is niet te vergeten.
Zamorano zorgt ervoor dat hij op zijn shirt een + teken heeft tussen de 1 en de 8. Het is zijn manier om met nummer 9 te blijven spelen. Officieel speelt hij gewoon met rugnummer 18.
Bij Chievo Verona hebben ze wel wat met bijzondere rugnummers. Keeper Lupatelli stond hier twee seizoenen onder de lat met nummer 10, een nummer wat normaal gesproken wordt gebruikt door een aanvallende middenveld of aanvaller.
Volgens Lupatelli kwam dit tot stand na het afsluiten van een weddenschap. Bij dezelfde club speelde de Nederlandse middenvelder Jonathan de Guzman met nummer 1.
Een andere keeper met een bijzonder rugnummer zien we in het verleden bij Oranje. Keeper Jan Jongbloed speelde in 1974 en 1978 twee WK-finales met rugnummer 8. Jongbloed kreeg in 1974 het nummer toegewezen omdat besloten werd om dit op alfabetische volgorde te doen.
Hoge nummers
Waar er in het verleden regels waren rond hoge rugnummers, bestaan die beperkingen nog nauwelijks. De eerste speler die bekend werd met het dragen van nummer 99 was Vitor Baia. De keeper van FC Porto was zelfs de eerste speler die een Europese finale met het nummer speelde.
Toen Ronaldinho in 2008 bij AC Milan tekende, koos hij verrassend voor nummer 80. Dit deed hij omdat hij is geboren in 1980. Overigens kozen in dat jaar ook nieuwkomers Shevchenko (76) en Flamini (84) ervoor om te spelen met het geboortejaar op de rug.
Een jaar eerder koos landgenoot en vriend Ronaldo bij AC Milan voor rugnummer 99. Waarom hij voor dit nummer koos is niet bekend, behalve dan dat nummer 9 bij zijn aankomst niet beschikbaar was.
Nummers boven de 100 werden op een gegeven moment ook gebruikt door voetballers. Bij het Braziliaanse Corinthians stond keeper Guedes met nummer 123 onder de lat. Zijn lievelingsnummer, 23, was al in gebruik. Voor hem was 123 een logische vervanger.
Behalve vaste hoge nummers zien we rugnummers die eenmalig worden gebruikt voor het vieren van bepaalde gebeurtenissen. Eén van de hoogste nummers ooit gebruikt was het nummer 618 van de Braziliaanse keeper Rogerio Ceni.
Ceni keepte met dit nummer om zijn record te vieren van 618 gespeelde competitiewedstrijden voor São Paulo.
Lees hier meer over andere rugnummers:
Deze voetballers spelen met het iconische nummer 99
Hi, mijn naam is Freddy Gomes. Ik ben de oprichter van Voetbal Tactics. Bedankt voor het lezen! Heb jij een onderwerp dat je graag terug wilt zien op onze blog? Laat het mij weten, en misschien schrijf ik er wel over. Ook voor vragen/opmerkingen mag je mij mailen :)
