“Het lukt me nog steeds niet om naar die beelden te kijken”.
– Mark van Bommel
Als je de finale haalt wil je 'm ook winnen. Logisch. Ik kan me iets voorstellen bij de pijn van het mislopen van zo'n enorme prijs. De grootste die er is voor een voetballer. Spelers willen soms niet meer kijken naar de wedstrijd waar ze de prijs van hun leven hadden kunnen pakken. In sommige gevallen willen ze het er niets eens over hebben. Te pijnlijk.
Hoewel het voor de voetballers die het meemaken misschien niet zo voelt, is het halen van een WK-finale een fantastische prestatie. Aan de ontvangst van de ploeg in eigen land was te zien hoe een groot deel van het land meeleefde in die speciale weken. Het mocht in 2010 niet zo zijn. Spanje was nou eenmaal te sterk. Dat is voetbal. Het toegeven is niet leuk, maar zo eerlijk moet je kunnen zijn.
Het 4-2-3-1 van Van Marwijk bezorgde Oranje in Zuid-Afrika bijna de wereldtitel.
Net geen 4-3-3
4-2-3-1 is in zekere zin een moderne versie van 4-3-3. De extra linie die in deze opstelling is aangegeven, verdeeld het middenveld in twee delen. De twee zijn de verdedigende middenvelders, en de drie zijn de aanvallende middenvelders. Voorin staat een 'eenzame' spits. De rol van de twee verdedigende middenvelders in dit systeem is duidelijk. Zij vormen een blok voor de verdediging.
Het verdedigende middenveld bestond in het Oranje van 2010 uit met Mark van Bommel en Nigel de Jong. Anders dan in 4-3-3, is het dus duidelijk dat je in dit systeem altijd speelt met twee man voor de verdediging. In 4-3-3 heb je de variaties met de punt naar voren en de punt naar achteren. Daarnaast kunnen de middenvelders specifieke taken hebben.
Met het blok van twee voor de verdediging was helder wat de taak was. Van Bommel hield er nog eens van om vooruit te gaan en de 16 van de tegenstander in te duiken. Daar was in dit systeem zo goed als geen sprake van. Wel was het zo dat hij van de twee een meer passende rol had, en De Jong de pure bal afpakker was van de twee.
4-5-1
De 4-2-3-1 en 4-5-1 zijn twee opstellingen en systemen die erg op elkaar lijken. Het is makkelijk om deze twee te combineren. De systemen schuiven als het ware in elkaar op het veld. In beide heb je één diepe spits, de man die het verst van de eigen goal kan voetballen.
De twee buitenspelers en de nummer 10 die achter de diepe spits spelen kunnen door diep in te zakken een middenveld van vijf man vormen. De veranderingen in het voetbal, met onder meer een steeds aanvallendere rol voor de backs van een team, betekent dat buitenspelers vaak bij balbezit tegenstander veel moeten meeverdedigen.
In tegenstelling tot in 2014 had Oranje in 2010 een op papier behoorlijk sterk team. Toch was het afwachten of het team in staat zou zijn om aan de verwachtingen te voldoen. De keuze van Van Marwijk voor een blok van in totaal 6 man, bleek een goede. Zowel Van Bommel als De Jong waren toppers die hoorden bij de beste van Europa in die rol.
Zonder de grote teen van Iker Casillas was het allemaal anders gelopen. Aan het systeem lag het in ieder geval niet. Het tiki-taka voetbal van Spanje was een terechte winnaar van het eerste WK op Afrikaanse bodem.