Een tijd geleden schreef ik deze uitleg over wat doordekken betekent:
“Doordekken gebeurt op het moment dat een speler van het verdedigende team in voorwaartse richting gaat, op zoek naar de (directe) tegenstander, om deze onder druk te zetten.”
“Een voorbeeld is het moment dat een centrale verdediger besluit om vooruit te lopen wanneer de diepe spits van de tegenpartij inzakt en op het middenveld terecht komt.”
In de eerste zin gebruikte ik de woorden 'onder druk zetten'. Hiermee bedoel ik niet alleen een speler in balbezit, maar ook het doordekken om juist balbezit te voorkomen. Spelers die in de dekking staan worden lang niet altijd aangespeeld vanwege de kans op balverlies.
Daarnaast is het zo dat het niet hoeft te gaan om een directe tegenstander. In Druk zetten met Back op Back beschreef ik een optie voor het vol druk zetten vooruit. Het ging om de situatie waarin een buitenspeler naar binnen trekt voor het druk zetten op een centrale verdediger.
Als reactie daarop gaat de back vooruit om de aangespeelde back van de tegenpartij vast te zetten. Dit om te voorkomen dat deze het veld over kan steken.
Spelers moeten wel rekening houden met de gevolgen van het doordekken. Speel je achterin bijvoorbeeld met 4 op een lijn, dan kan er een gat ontstaan als er een speler naar voren gaat. De backs moeten dan zorgen dat zij goed knijpen om de ruimtes centraal af te sluiten.
Verschil met uitstappen
Doordekken moet al voor het inspelen gebeuren, of meteen erna. Het uitstappen zien we vaak pas gebeuren wanneer een speler een dribbel heeft ingezet, en met de bal aan de voet in de richting van het vijandelijke doel gaat.
Bij het uitstappen is de timing belangrijk. Wacht een verdediger te lang, dan kan de speler met bal zomaar doorlopen. Vaak zien we dan een schot vanaf 20 meter, waar een keeper niet altijd een antwoord op heeft. Stapt een verdediger te vroeg uit, dan ontstaat er ruimte voor een steekpass.
Is er sprake van een ondertal situatie, dan is het logisch dat een verdediger zo lang mogelijk probeert om de tegenpartij op te houden. Als dat lukt kan er hopelijk snel één of meerdere teamgenoten aansluiten om te helpen.
Het is niet gek dat verdedigers soms liever af wachten, en kijken hoe de situatie zich ontwikkelt. Lang niet altijd komt een speler ook daadwerkelijk in balbezit op een gevaarlijke plek. Het is soms beter om de organisatie te laten zoals het is, in plaats van onnodig door te gaan dekken.
Het moment bepalen kan lastig zijn, waardoor teams vooral moeten proberen te voorkomen dat zij in deze situatie komen. Door veel te praten, en compact te verdedigen, moet een ploeg voorkomen dat een tegenstander tussen de linies kan worden aangespeeld.
Spelers moeten de situaties herkennen, en vertrouwen op de organisatie. Nogmaals, bij een ondertal kan verdedigers weinig kwalijk worden genomen. Maar als er sprake is van een 4 tegen 4, moet de vrije verdediger gewoon op het juiste moment uitstappen om druk te zetten op de bal.
In veel gevallen wordt het de aanvaller hiermee te moeilijk gemaakt, en kan de counter eindigen.
Lees Hier Meer:
Geschreven door: Freddy Gomes