“Ja, ik zit liever op de bank”. – Freddy Gomes
Op welke positie kom jij het beste tot je recht? Is deze vraag überhaupt wel belangrijk? En is het iets waar spelers zich mee bezig moeten houden of moet je gewoon uitvoeren wat de trainer vraagt?
Ik vind dit nog steeds geen makkelijk onderwerp. Toch, en misschien juist daarom, wil ik proberen hier zo goed mogelijk op in te gaan. Ik wil dit schrijven op een manier waarop het voor jou als (jonge) speler van toegevoegde waarde is. Zelf ben ik er niet goed mee omgegaan, en als er één ding is wat ik wil bereiken met mijn blog, is dat het helpen voorkomen van fouten bij anderen.
Dit onderwerp zou uiteindelijk leiden tot het einde van mijn tijd bij Excelsior. En het einde van jaren dromen van een leven als profvoetballer. Ruim twintig jaar later weet ik niet precies wat het juiste antwoord moet zijn. Ik kan onmogelijk schrijven dat het enige juiste is om te doen wat er van je wordt gevraagd als speler, op welke positie dat ook is.
Maar ik zou geen enkele speler, hoe jong of oud ook, ooit aanraden om voor de bank te kiezen in plaats van (tijdelijk) te gaan voor de positie waar de trainer je wilt opstellen. Zoals in de meeste gevallen, is ook hier niet slechts één antwoord van toepassing. Het hangt af van meerdere factoren.
In mijn geval zag ik het absoluut niet zitten om elke zaterdag tegenover een super snelle en technisch sterke linksbuiten te staan. Niet zozeer vanwege een gebrek aan snelheid, maar omdat ik het verdedigen in 1 tegen 1 situaties niet beheerste. Het was zelfs het minste aan mijn spel. In die tijd speelden vrijwel alle tegenstanders met buitenspelers, dus dat zou mijn leven worden.
Om de één of andere reden had ik een trainer die het vanaf het begin in mij zag zitten. Hij wist misschien alleen niet op welke positie hij mij het beste kon opstellen. Maar hij zag mij wel degelijk als basisspeler. Dat was blijkbaar niet genoeg voor mij. Ik had het spelen op die positie kunnen zien als een uitdaging.
Want een uitdaging ga ik in de meeste gevallen niet uit de weg. Nog steeds niet. Deze uitdaging zag ik simpelweg niet zitten. Ik zag niet in hoe de positie van rechtsback paste bij mijn sterkste punten als speler. Ik zag geen betere middenvelders in onze selectie. De uitdaging die ik aan wou gaan, was aantonen dat ik op 'mijn positie', als rechtshalf, in de basis hoorde.
Of als middenvelder, of als buitenspeler. Niet als rechtsback. Of ik dan liever op de bank zat, vroeg mijn trainer. “Ja, dan zit ik liever op de bank. Beter dan spelen als rechtsback”.
Hoewel ik dus wel een duidelijk argument had voor waarom ik niet als rechtsback wilde spelen, zou ik dit niet nog een keer hebben gedaan. Ik zou de kans aanpakken. Wekelijks in de basis staan. Leren hoe ik moest spelen tegen snelle en technische tegenstanders. En kiezen voor duidelijke communicatie met mijn trainer.
Zorgen dat de verwachtingen aan beide kanten realistisch zijn. Hard werken om te groeien in mijn rol. En ondertussen wachten op een kans om op een andere positie in actie te komen.
Hoe ga jij hiermee om?
Wat zijn je beste eigenschappen als speler? Heb je veel snelheid, ben je fysiek sterk of zijn je inzicht en je handelingssnelheid je belangrijkste wapens?
Voetballers verkijken zich erg vaak op de eigen kwaliteiten. De meesten denken beter te zijn dan ze in werkelijkheid zijn. Anderen denken te beschikken over kwaliteiten die ze niet hebben, of in mindere mate dan ze denken. Elke voetballer hoort thuis in de basisopstelling. Dus hoe weet jij dat de positie die jij voor ogen hebt ook de juiste voor je is?
De waarheid ligt meestal ergens in het midden.
Daarom is goede communicatie met je trainer van groot belang. Als dit geen optie is, dan zal je gewoon moeten uitvoeren wat de trainer van je vraagt. Is dit wel mogelijk, laat de trainer weten dat jij denkt beter tot je recht te komen op een andere positie. Zorg dat je goed kunt beargumenteren waarom dat is.
Ik adviseer een speler om nooit, maar dan ook nooit te weigeren op een bepaalde positie te spelen. Hoewel ik op de dag zelf niet weigerde, was mijn keuze om op de bank te gaan zitten gewoon een weigering. Ik mocht van geluk spreken dat mijn trainer mij alleen maar een paar maanden op de bank hield.
Hij had mij ook naar de A2 kunnen sturen. Of zelfs weg. In plaats daarvan kreeg ik de kans om te laten zien dat ik op een andere positie aan de rechterkant in de basis hoorde. Dat deed ik uiteindelijk. Hiermee leek het allemaal goed te komen. Tot ik een jaar of twee later opnieuw de discussie rond mijn positie aanging.
Niet met de nodige bescheidenheid. Maar alsof ik net als Rivaldo pas de Gouden Bal had gewonnen. Vooral de manier waarop ik dit deed werd mij terecht niet in dank afgenomen. En het zorgde er deze keer voor dat ik een heel seizoen niet in competitieverband in actie zou komen. Ik zou het de tweede keer niet meer goedmaken.
Want de ene trainer is de andere niet. De A1 (018/019) is niet hetzelfde als het tweede elftal. Het begon allemaal met het gesprek op die ene zomeravond. Toen ik koos voor bank. Vertel je trainer eerlijk wat jij denkt dat je beste positie is. Vooral wanneer dit aan je wordt gevraagd. Vraagt de trainer dit niet, ga dan voorzichtig in gesprek. Wees beleefd, en bescheiden.
Wat je ook doet, kies niet voor de bank. Zonder dat je het beseft, kan dat het begin van het einde zijn.
Lees Hier Meer: