Of ik nu 7 was, of 27, elke training wou ik het liefst afsluiten met een partijvorm.
Soms voelde een training zonder partij alsof ik niet getraind had. Ik kon echt wel van andere oefenvormen genieten. Een positiespel of pass- en trapvorm hield ik ook van. Hoe ik een bal inspeelde was voor mij als middenvelder heel erg belangrijk. Toch was een partijtje het lekkerst.
Een trainer heeft specifieke oefeningen nodig om een bepaalde speelwijze in een elftal te krijgen. Het kan nodig zijn om zaken te benadrukken, door wat meer de tijd te nemen iets uit te leggen. Het kan voor spelers een beetje saai worden wanneer het te lang gaat over tactische zaken.
Een partijvorm maakt het mogelijk om veel te doen, maar is toch erg simpel. Door gebruik te maken van verschillende partijvormen krijgt een groep alsnog de nodige opdrachten en situaties mee. Het kan ook zorgen voor de nodige variatie.
Het partijspel is de beste voorbereiding voor het weekend, omdat het alles in zich heeft. Er is simpelweg niets wat meer in de buurt komt van een wedstrijd. Ik kan mij herinneren dat wij in de tijd van Zwaluwen vooral na de winter veel partijen deden op de training. Het waren partijvormen van een aardig niveau.
Dit kwam omdat we op een gegeven moment weer de weg naar boven hadden gevonden. Het vertrouwen nam met de week toe. De concurrentie in de groep was groot. En het doel was het kampioenschap. Het zorgde voor heerlijke partijen die steeds meer in de buurt kwamen van de duels op zaterdag. Wat wil je nog meer als trainer?
Er waren momenten dat het spel werd gestopt. Hier en daar gebeurde iets waar de trainer direct op in kon gaan. De opdrachten waren duidelijk. Zo moest er altijd een voetballende oplossing worden gezocht. Want ondanks het feit dat niemand het partijspel wou verliezen, ging het nog steeds om een training. Een trainer kan elke opdracht meegeven in een partijspel.
Bij Zwaluwen hadden we na de winter niet veel meer nodig dan de partijen. De basis was voor de winter gelegd, ondanks een zeer teleurstellende 9e plaats! We vochten ons terug in de strijd om het kampioenschap. En wisten die strijd te winnen. De titel was van ons.
Partijvormen
Het partijspel kan in verschillende vormen worden afgewerkt. Vaak wordt er gekozen voor 4 tegen 4, 6 tegen 6 of 8 tegen 8. Er zijn vormen mogelijk met kaatsers aan de zijkanten, aanvallers tegen verdedigers of met omschakelen. Een omschakelvorm is handig in geval van één keeper.
Dan kan er gebruik worden gemaakt van een groot doel, met daar tegenover één of twee kleine goals. De doelpunten in het grote doel tellen voor de eindstand. Doelpunten in de kleine doelen zijn dan de omschakel momenten, waarbij de scorende partij direct aan een nieuwe aanval kan beginnen op het grote doel.
Door het aantal keer raken van de bal terug te brengen naar 1,2 of 3 keer, ontstaat er eigenlijk een positiespel met doelen en keepers. Hier ligt de nadruk mogelijk wat meer op het rondspelen, met als prettige bijkomstigheid de optie om te scoren. Een trainer kan ook eisen dat de bal minimaal 10 of 20 keer rond moet gaan voor er een poging op doel mag worden gedaan.
Andere voorwaarden kunnen bijvoorbeeld zijn dat er enkel met het hoofd mag worden gescoord, of alleen uit een bal die wordt teruggelegd. Bedenk en experimenteer met zaken die jij als trainer ook in wedstrijden terug wilt zien in het team.
Het partijspel is voor mij de meest simpele maar ook effectieve manier om diverse zaken te oefenen. Spelers doen vaak niets liever dan een partijvorm, dus dit helpt zeker mee. Vrijwel elke opdracht die een trainer voor een andere oefenvorm in gedachten heeft, kan in een partijvorm worden uitgevoerd.
Lees Hier Meer: