Buitenspelers zoeken graag de 1 tegen 1 op met een back.
Dat is één van de redenen waarom zij worden opgesteld. Maar alles heeft een moment. Soms moet de bal eruit worden gehaald. Soms moet de back meteen worden opgezocht.
En wanneer de bal goed ligt voor een voorzet, dan moet deze worden gegeven. Een nieuwe kapbeweging maken is verleidelijk, maar is in de meeste gevallen niet de juiste keuze. Het kan leiden tot balverlies, en daarna een counter. En er is een andere belangrijke reden.
Je teamgenoten maken de loopacties voor het doel om van jouw voorzet te kunnen profiteren.
Uitleg
Een teamgenoot, een spits, gaf mij een keer uitleg in een gesprek. Ik had voor dit gesprek niet nagedacht over zijn loopactie en het gevolg als ik besluit te kappen in plaats van het voorgeven.
Mijn teamgenoot vertelde dat hij na een kapbeweging, ook wanneer deze lukt, niet meer in positie kan komen. Hij heeft zijn loopactie al gemaakt, op volle snelheid. Stel dat hij tijdens mijn actie kiest voor een volle loopactie naar de eerste paal. Hij gaat ervan uit dat ik mijn tegenstander passeer.
De loopactie die hij maakt doet hij met de verwachting dat er een voorzet gaat komen. Hij probeert zijn mandekker van zich af te schudden. Als ik dan kies voor een kap, en de bal komt voor mijn linkerbeen, wat moet er dan gebeuren?
De spits is niet de enige die in eerste instantie de loopactie heeft gemaakt. Vanaf links komt de andere buitenspeler in een sprint naar binnen. Eén van de middenvelders zoekt in het strafschopgebied naar ruimte om voor het doel te komen.
Als de nadruk tijdens een aanval ligt op de bezetting voor het doel, dan proberen jouw teamgenoten op het moment van één van je acties voor de goal te komen. Een kapbeweging maakt al die loopacties zinloos. Zij kunnen niet meteen goed staan als jij daarna met links de voorzet geeft.
Goede been
Het is anders als jij als linkspoot vanaf de rechterkant speelt. Dan weten je teamgenoten dat je de bal liever voor je linker hebt, en dat de kans groot is dat je gaat kappen. Dat is niet logisch als je de bal wel voor je goede been hebt. Dat geldt net zo goed vanaf de andere kant.
Als je op links speelt maar rechts bent, en de bal ligt goed voor je rechter, geef de bal dan voor. Want ook in zo'n geval zullen je teamgenoten vol gaan voor de loopacties die ze misschien vrij voor het doel kunnen zetten. Met een indraaiende voorzet komt hier nog bij dat het lastig is voor keepers.
De meeste keepers zullen veel moeite hebben met een indraaier. Vaak zien we dat ook de ballen die niet worden aangeraakt het doel in gaan omdat keepers daar niet mee om kunnen gaan. Voorzetten zijn in het algemeen lastig te verdedigen, zeker wanneer de juiste loopacties worden gemaakt.
Maak hier gebruik van, en geef de voorzet wanneer de bal goed ligt. Een extra kapbeweging moet je echt alleen doen wanneer er geen ruimte is om de bal voor te geven.
Bespreek dit met je teamgenoten die voor de bezetting voor het doel moeten zorgen.
Lees Hier Meer:
Geschreven door: Freddy Gomes, oud-voetballer op niveau en oud-trainer van een vriendenteam. Ik speelde 7 jaar voor Excelsior Rotterdam. Vanaf de C-jeugd (O14) tot aan het tweede elftal. Later speelde ik een aantal seizoenen in de Hoofdklasse. Als trainer werd ik kampioen met mijn vriendenteam in de Reserve 5e Klasse Zaterdag. Ik was tevens de keeper van dat team.