Niet elke selectie heeft de beschikking over twee keepers. Een team met 1 keeper zal regelmatig te maken krijgen met een afzegging, waardoor je de training enigszins moet aanpassen.
Wanneer je op een trainingsavond niet kan rekenen op een keeper, dan vallen oefenvormen als het afwerken en een partij met grote doel af. Indien je langere tijd niet over een keeper kan beschikken, kan je de oefenvormen zo aanpassen dat ze ook zonder keeper mogelijk zijn.
Een variant van het afwerken is bijvoorbeeld uit te voeren door een kleine goal te plaatsen in de grote goal, waarin moet worden afgewerkt. Zo train je de precisie. Bij het partijspel kan je een grote goal gebruiken en de regel toepassen dat er alleen met het hoofd mag worden gescoord.
Voor dit stuk ga ik verder niet in op deze varianten, maar beschrijf ik hoe je de training in kan vullen op een andere manier indien er geen keeper aanwezig is.
Ik zou zonder keeper het volgende doen:
Maak gebruik van de aanwezige keeper(s) door lekker veel af te werken en partijvormen te spelen. Wanneer de keeper(s) afwezig zijn, kan je rustig dingen doen die normaal minder aan bod komen.
Houd de warming-up kort zodat de groep als snel aan de slag kan met een pass- en trapvorm. Begin met de meeste simpele Y-vorm, en verwerk hierin elementen van de warming-up zodat spelers alsnog goed warm worden. Dit betekent nog oefeningen doen na het versturen van een pass, en het doorlopen naar de volgende pion.
Laat de groep een langere en intensievere warming-up doen wanneer er bijvoorbeeld een afwerkvorm volgt. Afwerken is iets waarbij spelers snel last kunnen krijgen van de spieren. Een goede warming-up helpt bij het voorkomen van dit soort problemen.
Bouw de pass- en trapvorm uit. Na de eerste pass, bij de eerste pion, kan een kaats volgen of het doordraaien. Begin enkel met de kaats. Bij de tweede of derde ronde kan je de optie voor het doordraaien toevoegen. De keuze is aan de speler die inspeelt en moet aancoachen.
Je kan hetzelfde doen bij andere passes/pionnen. Een andere optie is de vorm groter maken nadat de spelers volledig klaar zijn met de warming-up. Hierna kan je door naar het positiespel.
Bij het positiespel kunnen spelers de passing die wordt verbeterd dankzij de pass- en trapvorm in de praktijk brengen. Dankzij het positiespel doen spelers dat echter op momenten die veel lijken op wedstrijdsituaties. In tegenstelling tot het passen en trappen, zorgen de tegenstander en de hesjes voor het competitieve element waardoor de intensiteit omhoog gaat.
Sluit af met een partijspel met kleine goals. Dankzij de optie om te scoren, en de richting die de goals aan het spel toevoegen, wordt nog duidelijker wat er met het positiespel moest worden bereikt. De training vloeit goed in elkaar, en spelers vinden het altijd fijn om af te sluiten met een partij.
Ik weet nog dat ik vroeger altijd om me heen keek in de kleedkamer, op zoek naar een keeper. Was er geen keeper aanwezig, dan was ik een beetje teleurgesteld. Een grote partij met minimaal één groot doel was voor mij het leukste onderdeel van de training.
Toch kan een training zonder keeper ook leuk worden gemaakt. Ik denk dat spelers met bovenstaande invulling tevreden van het veld stappen.
Lees Hier Meer: