Toen ik voor het eerst schreef over het Druk Zetten, eindigde ik dat stuk met de volgende zin:
“Hoe hoger je druk wilt gaan zetten, hoe beter elke speler moet weten wat ze moeten doen.”
Dat geldt ook voor de situatie die ik hier wil gaan schetsen. Dit gaat vooral over het druk zetten met de 9 en 10, de spits en de aanvallende middenvelder. Beide teams spelen in een 4-3-3 systeem.
We gaan uit van een situatie waarin de trainer hoog druk wil zetten, op de helft van de tegenstander. Het centrale duo van de tegenpartij krijgt te maken met de druk van de 9 en 10. De 10 doet dit vanuit de 6 van de tegenpartij.
Die verdedigende middenvelder wordt gezocht om een aanval op te zetten. Deze mag dus niet in balbezit komen. Komt deze wel aan de bal, dan moet er meteen vol druk op zitten. Zo kan deze speler niet doordraaien om vooruit te spelen.
Hoe doe je dat?
Stel, de rechter centrale verdediger heeft de bal. De spits gaat als eerste druk zetten. De rechtsback staat niet vrij, de linkbuiten staat daar. De 10 staat bij de 6. De pass breed naar de linker centrale verdediger is een logische volgende pass. Nu komt de 10 in actie.
Deze gaat vanuit de 6, de verdedigende middenvelder, naar de linker centrale verdediger. Ondertussen zoekt de spits de 6 op, en laat de rechter centrale verdediger los. De linksback is niet aanspeelbaar vanwege de aanwezigheid van de rechtsbuiten. Opnieuw staat het vast.
De pass breed en terug naar de rechter centrale verdediger is de enige optie. Dit kan een paar keer voorkomen. In dat geval wordt het geduld en de discipline van beide teams op de proef gesteld. Gaan de 9 en 10 vol door op het centrale duo, dan ontstaat er een nieuwe situatie.
Doordekken
Met de 9 en 10 door op de centrale verdedigers, ontstaat er ruimte voor de verdedigende middenvelder. Er zal moeten worden doorgedekt vanuit het middenveld. Een middenvelder gaat door, en laat de eigen tegenstander los. Dit moet worden opgelost door de eigen centrale verdediger.
Eerder schreef ik over het opvallende doordekken van Calafiori op het EK. In de wedstrijd tegen Spanje moest de vrije verdediger in een aantal gevallen vele meters pakken om Pedri op het Spaanse middenveld onder druk te zetten.
Dit was niet geheel zonder risico. Italië stond vaak achterin 1 op 1 tegen de sterke Spaanse aanvallers. Het lag aan Calafiori dat zij hier niet van konden profiteren. Door vol druk te zetten moest Pedri kiezen voor een simpele oplossing, waarbij de snelheid uit de aanval werd gehaald.
Niet elke speler is in staat om dit goed uit te voeren. Er zijn genoeg centrale verdedigers die zich hier niet prettig bij voelen. Zij blijven het liefst zo lang mogelijk in positie, om op het laatste moment uit te stappen. Houd hier rekening mee bij het bepalen van je oplossing.
De ene 6 is de ander niet. De één mag je niet teveel aan de bal laten. Deze type 6 staat aan de basis van elke aanval. De ander heeft moeite met balbezit. Dat kan je bijvoorbeeld zien aan de manier van doordraaien. Laat ook dat, en de spelopvatting van de tegenpartij meewegen bij je keuze.
Lees Hier Meer:
Geschreven door: Freddy Gomes