Een partijspel is niet alleen de leukste oefenvorm voor op de training, het is voor mij ook de beste.
In een partij komen alle oefenvormen terug die wij als trainer kunnen bedenken. Het grote verschil is dat de spelers op dat moment zelf de oplossing(en) moeten kunnen zien en toepassen.
Daarin zit de kracht van het partijspel. Johan Cruijff zei ooit dat trainers spelers moeten leren om problemen op te lossen. Zij moeten zelf in staat zijn na te denken, in plaats van dat er altijd iemand is die zegt wat ze moeten doen. Die ruimte krijgen zelfs de kleinste voetballers niet meer.
Vroeger trof je net zo goed ouders en trainers langs de lijn die bij elke bal riepen wat er moest gebeuren. Vandaag zien we dat nog meer vanwege alle informatie die er online te vinden is. Het is daarom niet lastig om kinderen tijdens trainingen en wedstrijden van alles op te leggen.
De vraag is of jij als trainer weet waarom je doet wat je doet. José Mourinho zegt dat elke trainer nu makkelijk een sessie net als Guardiola neer kan zetten door even op Youtube te zoeken. De uitdaging is volgens hem om juist te proberen je eigen kennis op te doen.
Als je dat wilt bereiken zal je veel na moeten denken over het waarom. Ik zie te veel trainers die te moeilijk doen over oefenvormen voor jonge voetballers. Zij denken zo een betere trainer te worden, terwijl er niet wordt nagedacht over hoe jonge voetballers de oefeningen beleven.
Lionel Scaloni, bondscoach van Argentinië, zegt dat hij dit waarneemt bij zijn kinderen, die in Spanje voetballen. Zij worden overspoeld met informatie. Nog voor zij de bal krijgen wordt er al gezegd wat zij ermee moeten doen. Daarna zegt hij iets waar ik het helemaal mee eens ben:
“Als jij tegen een 7 of 8-jarige zegt dat er een diagonale loopactie moet worden gemaakt, om vervolgens snel om te schakelen... Je hebt het tegen iemand van 7! Laat ze lekker met de bal spelen, fouten maken. Wanneer ze 14, 15 zijn, kunnen we gaan corrigeren.”
Daarom schreef ik eerder over het trainen van jonge kinderen. Ik denk dat daar een aantal principes centraal moeten staan die vooral te maken hebben met het gedrag van de kleine voetballers. Jouw taak als trainer is ervoor zorgen dat zij er plezier in hebben, en vol vertrouwen het veld in kunnen.
Wie als trainer meer op het tactische in wil gaan zal moeten kiezen voor hogere leeftijdsgroepen. Ik had genoeg kennis in huis om de kinderen urenlang verschillende oefenvormen te laten afwerken. Daar zouden zij op 9-jarige leeftijd niet veel van leren, en het zou het spelletje niet leuker maken.
Een voorbeeld
Met ingewikkelde oefenvormen vraag je van de spelers om die vorm te vertalen naar een wedstrijdsituatie. Dat is heel wat voor een kind, zelfs vanaf 10 jaar. Als dat je intentie is, is de beste manier om dat te bereiken een partij. Het herkennen van situaties wordt geholpen door de gevolgen.
Stel dat je een partijspel speelt van 5 tegen 5. Eigenlijk had je een pass- en trapoefening willen doen met de opties kaatsen en doordraaien. Daar kan je op inspelen. Iemand geeft een pass van achteruit, in de drukte. De inspeler zegt hierbij niets, en de ontvanger neemt aan in de drukte.
Vanwege de drukte verliest deze de bal, en er wordt meteen daarna gescoord. Stop. Dat is het moment om aan te geven wat er anders of beter had gekund. Vergeet niet eerst de kinderen te complimenteren met de arbeid. Fouten maken mag, en geeft ons de kans om ervan te leren.
Leg daarna uit welke opties er waren. Kijk of je uitleg wordt begrepen. Het feit dat jij als trainer dit goed uitlegt wil niet zeggen dat dit aankomt. Voor veel kinderen komt deze informatie te vroeg. Het is aan jou om een inschatting te maken van wat de groep nodig heeft.
Leeftijd
De nadruk lag in dit stuk vooral op de leeftijden van spelers. Toch denk ik dat ook op latere leeftijd een partijspel de beste oefenvorm is. Hoe ouder de groep, hoe meer regels ik zou invoeren. Dat is een verschil. Door regels in te voeren kan de groep toewerken naar een bepaalde manier van spelen.
Het mooie is dat jij die regels zelf mag bedenken. Dat is wat Mourinho 'je eigen kennis' noemt. Als jij vanaf de achterhoede wilt werken met passes vooruit, stel dan de regel in dat passes terug niet mogen. Stop de partij als er te weinig beweging is waardoor de pass niet kan worden gegeven.
In mijn laatste jaar als speler op niveau kwam ik uit voor een Tweedeklasser. Na de winterstop draaide de training vooral om het partijspel. Het waren potjes op hoog niveau, dat te maken had met de concurrentie binnen de groep en het doel om kampioen te worden.
We gingen de winterstop in als nummer 9. Mede dankzij die heerlijke trainingspotjes werden we kampioen. Met een partijspel kan je zoveel variëren dat het loont om je hierop te concentreren.
Vergeet het opzoeken van ingewikkelde oefenvormen. Zet een partijvorm uit en wees vooral bezig met wat jij als trainer aan de groep mee wilt geven. Dat is belangrijker dan je oefenstof.
Lees Hier Meer:
Een partijvorm van 7 tegen 7
Geschreven door: Freddy Gomes, oud-voetballer op niveau en oud-trainer van een vriendenteam. Ik speelde 7 jaar voor Excelsior Rotterdam. Vanaf de C-jeugd (O14) tot aan het tweede elftal. Later speelde ik een aantal seizoenen in de Hoofdklasse. Als trainer werd ik kampioen met mijn vriendenteam in de Reserve 5e Klasse Zaterdag. Ik was tevens de keeper van dat team.