Als jij vragen hebt over hoe je kinderen moet trainen, ben je niet alleen.
Jeugdtrainers die werken met de jongste kinderen vragen zich constant af wat goed past bij de leeftijd. Hoe ver moet je tactisch gaan met kids van 8 jaar oud? Welke oefenvormen zijn goed?
Hoe er met kinderen moet worden gewerkt is een belangrijke discussie. Ik wil vanuit mijn eigen ervaring meegeven wat ik heb gedaan, en wat ik vandaag opnieuw zou doen.
In 2014 en 2015 werkte ik als vrijwilliger voor een voetbalschool in het buitenland. Mijn ouders komen uit Cabo Verde, ook bekend als Kaapverdië of de Kaapverdische Eilanden. Ik besloot daar wat tijd door te brengen. De voetbalschool moest de jeugd in mijn wijk buiten school begeleiden.
We trainden kinderen in de leeftijd van 6 tot 18 jaar. Regelmatig speelden we oefenwedstrijden. De trainingen hielden we simpel. Een warming-up, positiespel, afwerkvorm en een partij. Soms kwamen ze allemaal aan bod, soms maakten we keuzes. Houd het bij jonge voetballers simpel.
Voor mij moeten er drie dingen voorop staan, zeker wanneer je werkt met kinderen van 6 tot 10 jaar oud. Richt je op gedrag, plezier en vertrouwen.
Gedrag, plezier, vertrouwen
Het gedrag van de kinderen is nummer één. Maak vanaf het begin duidelijk (ook aan de ouders) wat de verwachtingen zijn. Hoe spelers met elkaar omgaan, en met elkaar praten. Kleine voetballers moeten leren dat er geluisterd moet worden op momenten dat de trainer(s) wat mee willen geven.
Ze moeten leren om beslissingen te accepteren. Ik weet nog dat spelers soms moeite hadden met het wisselen. Dat vinden zelfs de kleinste spelers niet leuk. Daar moet je als trainer ook wel begrip voor op kunnen brengen. Dan zei ik iets als “ik weet het, het is niet leuk om gewisseld te worden”.
Ik zag het niet als mijn taak om de kinderen iets op te leggen. Ik wou ze vooral wat meegeven. Natuurlijk zijn er momenten dat er gewoon iets moet worden uitgevoerd. Maar probeer zoveel mogelijk uit te leggen waarom je iets van ze vraagt. Leer kinderen begrip op te brengen voor elkaar.
Kinderen moeten voetballen omdat ze er plezier in hebben. Ik riep al vanaf mijn 6e dat ik profvoetballer wou worden. Maar ik was daar eigenlijk nooit mee bezig. Voetbal was niet meer dan een spel waar ik erg veel plezier in had. Het doel was lang om te voetballen, niet meer dan dat.
Pas toen ik een jaar of 12 was, begon ik steeds bewuster te worden van mijn doel om het profvoetbal te halen. Bij kleine kinderen moet het doel zijn dat zij niet stoppen. Daarvoor moeten zij plezier hebben in het spelletje. Maak het leuk voor ze, wat er ook op het veld gebeurd.
Geef kinderen vertrouwen. Positief coachen, dat was mijn taak. Vooral tijdens de wedstrijden van het O10 team, deelde ik constant complimenten uit. Soms stuurde ik wat bij, door te zeggen dat we met teveel mensen naar voren gingen. 90% van het coachen draaide echter om het neerzetten van een positieve sfeer.
Wanneer ik zag dat iets mis ging, sprak ik dat niet uit. De fouten die zij maakten waren niet belangrijk. Spelers kregen het wel te horen wanneer zij zich negatief gedroegen ten op zichte van teamgenoten en tegenstanders. Laat kleine spelers verder vooral lekker voetballen.
Het is menselijk om langs te kant te staan en bezig te zijn met wat jij wilt. Ik merkte dat ik graag wou winnen. De ontwikkeling van de kinderen stond los van winnen of verliezen op een zaterdag. Het was mijn taak om een bijdrage te leveren aan één van de drie onderdelen. Winnen was bijzaak.
Bij kinderen gaat het niet zozeer om wat je doet op het trainingsveld, maar om hoe je het doet. Richt je op een aantal zaken in de ontwikkeling van de kleine voetballers. Al doe je alleen maar een partijvorm op de training. Doe je dat op de juiste manier, dan kunnen kinderen er genoeg van leren.
Een vriend van mij die op niveau werkte met de O13, vond dat een mooie leeftijdscategorie. Volgens hem was dat de leeftijd waarop spelers tactisch steeds meer gingen begrijpen. Hierdoor waren ze niet alleen in staat om dingen uit te voeren, maar begrepen ze ook waarom ze dit deden.
Het gevaar bij de jeugd is dat ze goed kunnen zijn in uitvoeren wat de trainer vraagt. Dat betekent niet dat ze het snappen. Ze doen gewoon wat er gevraagd wordt. Wil je spelers ontwikkelen, dan komt er veel meer bij kijken. Dat kan op de korte termijn punten kosten.
Wedstrijden winnen is niet het werk van een jeugdtrainer. Hoe jonger de spelers, hoe meer je uit moet gaan van de basis. Bij de jongsten heeft die basis vaak niet eens alleen met voetbal te maken.
Gedrag, plezier en vertrouwen. Als je niet weet waar je moet beginnen, start met deze drie onderdelen. Mijn trainer deed min of meer hetzelfde toen ik 8 was. Hem vergeet ik daarom nooit.
Lees Hier Meer:
Jeugdtrainers en de Jeugdopleiding
Geschreven door: Freddy Gomes, oud-voetballer op niveau en oud-trainer van een vriendenteam. Ik speelde 7 jaar voor Excelsior Rotterdam. Vanaf de C-jeugd (O14) tot aan het tweede elftal. Later speelde ik een aantal seizoenen in de Hoofdklasse. Als trainer werd ik kampioen met mijn vriendenteam in de Reserve 5e Klasse Zaterdag. Ik was tevens de keeper van dat team.