In het huidige voetbal mogen teams 5 keer een speler wisselen. Dat was eerder 3 keer.
Wat niet veranderd is, is dat er nog steeds sprake is van 3 wisselmomenten. Dit betekent dat er tijdens de wedstrijd op 3 momenten wissels plaats kunnen vinden. Een wissel die tijdens de rust wordt doorgevoerd, telt dan niet mee.
Het is waarom je vaak dubbele wissels ziet, of zelfs momenten dat er 3 spelers in één keer het veld in komen. De wisselmomenten verminderen de pure speeltijd tijdens een wedstrijd. Het is waarom de tijd die er wordt genomen voor wissels wordt doorberekend in de blessuretijd.
Wisselt een trainer een speler in de rust, dan moeten er daarna 4 wissels worden verdeeld over 3 wisselmomenten. Eén van de wisselmomenten zal er dan dus sprake zijn van een dubbele wissel.
Er is een extra wisselmoment tijdens de verlenging van een wedstrijd. Dan mag er bij teams een 6e wissel plaatsvinden. Tijdens de WK-finale van 2022 maakte Argentinië in de 120e minuut gebruik van deze wissel.
Bondscoach Scaloni bracht nog even Paulo Dybala, die op de lijst stond van penaltynemers. Dybala ging als tweede speler achter de bal staan, en scoorde.
Waarom 5 spelers
Na het hervatten van de competities tijdens Covid, mocht er 5 keer worden gewisseld. Wedstrijden moesten worden ingehaald, terwijl spelers niet altijd even goed hadden kunnen trainen. Spelersgroepen kregen zelf ook op verschillende manieren te maken met het virus.
Het was het moment om de verandering door te voeren. Een groter aantal wissels past beter bij het huidige voetbal vanwege de hogere intensiteit en een uitgebreide speelkalender. Selecties zijn hierdoor een stukje groter. Hoe meer spelers in actie kunnen komen, hoe beter.
Trainers kunnen beter rouleren dankzij de nieuwe regel. Spelers zo nu en dan rust kunnen geven is een voorwaarde voor het volhouden van een lang seizoen. De 2 extra wissels maken dit makkelijker voor clubs. Hopelijk zien we dit terug in de statistieken als het gaat om spierblessures.
Lees Hier Meer: