Een corner is in het voetbal een vrije bal die wordt getrapt vanaf de hoek, waar de zijlijn en achterlijn samenkomen. Een corner wordt daarom ook een hoekschop genoemd. Om deze plek aan te geven, wordt een hoekvlag gebruikt en een klein vakje waarin de bal moet liggen.
Het is een standaardsituatie, waarbij meestal wordt gekozen voor een voorzet. Zo komt de bal voor de goal, en kan de aanvallende partij proberen om deze binnen te koppen.
Bij een vrije bal, een standaardsituatie, mag er op dat moment geen druk op de bal worden gezet. Er moet volgens de regels zelfs 9 meter afstand worden gehouden. Pas als de bal is genomen, bijvoorbeeld via een korte corner, mag de tegenstander weer druk uitoefenen.
Wanneer krijg je een corner?
Teams krijgen een corner wanneer de bal over de achterlijn gaat, en de verdedigende partij deze het laatst heeft geraakt. De grensrechter assisteert op deze momenten de scheidsrechter zodat de juiste beslissing wordt genomen. Als de aanvallende partij de bal het laatst raakt, is het een achterbal.
Vaak zien we in de buurt van de achterlijn een duel waarbij een verdediger met een sliding een voorzet probeert te voorkomen. Ook bij het blokkeren van een voorzet ontstaat in veel gevallen een corner. Pas als de bal in beide gevallen volledig over de achterlijn gaat, wordt de corner gegeven.
Het gevaar
In Een goede corner is een belangrijk Wapen gaf ik onder meer mijn mening over keepers en corners. Ik zie keepers te weinig verantwoordelijkheid nemen in de eigen 16 meter. In plaats daarvan wordt de nadruk gelegd op hoe spelers het duel zouden moeten winnen.
Corners zijn echter zeer lastig te verdedigen. Het voordeel is voor de aanvallende partij, waarbij spelers kunnen inlopen en soms genoeg hebben aan licht contact met de bal om te kunnen scoren. Een goed getrapte corner zorgt in veel gevallen voor gevaar.
Spelers weten dit, en proberen elkaar op allerlei manieren van scoren af te houden. Met de komst van de VAR moeten spelers voorzichtiger zijn omdat acties ook achteraf kunnen worden beoordeeld.
Een voorbeeld
De finale van het WK van 1998 ging tussen Frankrijk en Brazilië. Bij Frankrijk speelde Zidane als 10, Brazilië had Ronaldo als spits. Het was Zidane die de wedstrijd naar zich toe zou trekken.
Zidane stond nooit bekend als een goede kopper. Ik heb hem na de WK-finale nooit meer met het hoofd zien scoren. Toch was hij met 2 goals uit een corner verantwoordelijk voor de 2-0 voorsprong van de Fransen. Het leek er sterk op alsof de Fransen goed hadden getraind op de uitvoering.
De corners werden indraaiend genomen, naar de eerste paal. Zidane zorgde voor een loopactie, mogelijk geholpen door een blok van teamgenoten. De Brazilianen waren bij beide goals kansloos. Petit maakte laat in de wedstrijd nog een derde goal voor de Fransen.
Maar het waren de corners die de wereldtitel voor Frankrijk hadden binnengehaald.
Lees Hier Meer: Een goede corner is een belangrijk wapen
Geschreven door: Freddy Gomes