Ik was 7 toen ik met voetballen begon. Mijn eerste club was het kleine Unicum, in Rotterdam-Schiebroek. Ik zou uiteindelijk 6 jaar bij de club blijven, tot het na fusies Schiebroek '94 ging heten.
Op die leeftijd wou ik gewoon op het veld staan. Toen ik begon, wist ik niet hoe leuk ik het zou vinden. En of ik goed zou zijn. Ik bleek al snel aardig te kunnen voetballen. Scoorde regelmatig voor mijn teams. Maar er waren ook uitdagingen.
Ik was klein, en moest later erg wennen aan het spelen op een groot veld. Rond mijn 12e nam het gevoel dat ik meer wou toe. Mijn laatste seizoen bij de club was moeilijk. Bij de club werd er namelijk puur voor de lol gespeeld. Ik was inmiddels klaar voor een omgeving dat meer zou eisen van mij.
In het stuk Zo werkt een Voetbalscout gaf ik spelers van kleine clubs het volgende advies:
“Speel jij momenteel puur recreatief voetbal, dan is de kans heel erg klein dat er scouts langs de lijn staan. In mijn geval wist ik dit vroeger. Het was nou eenmaal niet het niveau wat scouts trok. Dus moest ik pro-actief zijn, in plaats van wachten tot de dag dat er eindelijk een verdwaalde scout stond te kijken. Ik ging af op talenten dagen, waar ik probeerde te laten zien wat ik kon.”
Waar komen scouts kijken?
Het is logisch dat er geen scouts langs de lijn staan op het laagste niveau. Hier spelen mensen vooral voor het plezier. Voetbal is, ongeacht het niveau, een heerlijke. Het betekent wel dat spelers die nu op een recreatief niveau voetballen, eerst een stap hoger moeten gaan spelen.
Wekelijks voetballen vele duizenden jongens en meisjes in heel Nederland. Scouts moeten daarom filteren. Ik wil niet zeggen dat het onmogelijk is om op een laag niveau gescout te worden. Ik wil dat spelers de kansen vergroten, door te spelen voor clubs waar scouts wel regelmatig gaan kijken.
In Rotterdam en omgeving zijn er clubs als Spartaan '20 en Spijkenisse. Het was bij een jeugdtoernooi van Spartaan waar ik werd gescout door mijn zaakwaarnemer. Die stond daar langs de lijn omdat de amateurclub bekend stond vanwege het toernooi en de sterke jeugdopleiding.
Jaarlijks vertrekken er jonge spelers bij Spartaan '20, omdat zij een kans krijgen bij een profclub. Deze spelers weten zich in de kijker te spelen vanwege het niveau waar de teams van de club op uitkomen. Een ander voorbeeld is Spijkenisse, in de buurt van Rotterdam.
Deze club had in het verleden een samenwerking met SC Heerenveen. Dankzij de samenwerking maakten de beste spelers van de amateurclub een kans om gescout te worden door de club uit Friesland. Oud-voetballer Romano Denneboom schopte het via deze route zelfs tot international.
Welke clubs staan in je eigen omgeving bekend vanwege de goede relatie met scouts van profclubs Dit zijn clubs met een goede jeugdopleiding, die jaarlijks grote jeugdtoernooien organiseren. Wie afkomstig is van het recreatieve voetbal kan zich hier goed ontwikkelen als tussenstap.
Ik was 13 toen ik via een talentendag bij Excelsior werd aangenomen. Als dat toen niet was gelukt, zou ik de stap naar een goede amateurclub in de omgeving hebben gemaakt. In mijn tijd waren Leonidas en Neptunes amateurclubs in de buurt met een hele goede reputatie.
Wie gescout wil worden zal op niveau indruk moeten maken. Voetbal je al op niveau, maar trek je nog niet de aandacht van scouts? Blijf je ontwikkelen tot je bij de beste spelers uit het team hoort.
Lukt het dan nog steeds niet om gescout te worden terwijl je er klaar voor bent, kom zelf in actie. In dit stuk (link) heb ik beschreven wat je kan doen voor een kans op een hoger niveau.
Lees Hier Meer:
Geschreven door: Freddy Gomes