Nu ik schrijf over mijn tijd als voetballer merk ik hoeveel dingen er zijn die je vergeet.
Er zijn zoveel doelpunten, assists, gesprekken en andere momenten die ik mij niet meer voor de geest kan halen. Gelukkig zijn er ook genoeg herinneringen.
Ze zijn niet allemaal even leuk. De meesten zijn wel leerzaam. Zoals de dag dat een snelle linksbuiten mij er volledig uitliep op een toernooi. Na een helft had ik er genoeg van, en besloot het op mijn eigen manier op te lossen.
Jeugdtoernooi
Op hetzelfde jeugdtoernooi waar ik een jaar later mijn zaakwaarnemer zou leren kennen, speelden we tegen de A1 (O18) van Sparta. Ik stond opgesteld als rechtsback. Het seizoen ervoor was ik als back naar de A1 gehaald, terwijl ik bij de B1 (O16) speelde als rechtshalf.
Onze nieuwe trainer stelde mij ook weer op als rechtsback. Dit zag ik al niet erg zitten. Ik was geen goede verdediger, en als back kon ik niet voetballen zoals ik dat als middenvelder (en buitenspeler) gewend was. Na de wedstrijd tegen de linksbuiten van Sparta was ik klaar met de positie.
Sparta was altijd een beter team, en had daarom meer balbezit in onze ontmoetingen. Dat betekende ook op andere posities voor mij dat ik vooral achter mijn tegenstander aan moest. Dat zou ik in deze wedstrijd letterlijk gaan doen.
Kort dekken
Ik denk dat de wedstrijden op het toernooi 2 keer 20 of 25 minuten duurde. Het voelde als een hele middag. Een paar keer hoorde ik roepen dat ik korter moest dekken. Dus ging ik kort toen de linksbuiten opnieuw werd aangespeeld. Hij liet de bal lopen, ik miste, en weg was hij weer.
Het probleem wat dat als ik nog korter zou gaan zitten, tot op de helft van Sparta, dat er makkelijk 50 meter in mijn rug zat. Omdat Sparta meer voetballend vermogen had, moest ik oppassen voor zowel de steekpass als de lang bal in de ruimte.
Na in die eerste helft een paar keer te zijn weggespeeld, besloot ik het anders te doen. De linksbuiten was mij een paar keer helemaal kwijt. Wat voor mij opviel was dat hij niets met die ruimte had gedaan. Zijn kracht als speler zat in de ruimte, niet aan de bal.
Dat zagen anderen niet. Hierdoor kreeg ik de coaching korter te zitten. Door dat te doen maakte ik hem sterker. Ik moest hem juist in de bal, en aan de bal laten. Hoe? Door hem juist meer ruimte te geven. De ruimte tussen mij en hem maakte ik 5 tot 10 meter.
Hoe snel hij ook was, dit was niet te doen. De ruimte achter mij kon Sparta nu niet meer gebruiken. Zolang ik zorgde dat hij niet zomaar op doel kon schieten was het goed. De vreemde manier van verdedigen haalde de kracht uit zijn spel. Ik had de tweede helft geen last meer van hem.
Nadeel van mijn strategie was dat we op de meeste momenten niet op één lijn stonden als verdediging. Speel je tegen een aanval met veel snelheid, dan is het sowieso niet slim om met een hoge laatste lijn te spelen. Zeker niet als de tegenstander er makkelijk doorheen komt.
Lees Hier Meer:
De Buitenspeler
Geschreven door: Freddy Gomes