Voor deze rondo verdeel je het speelveld in twee delen. Aan beide kanten stel je drie kleine doelen op.
Die doelen worden opgesteld in de lengte van het veld, en aan de zijkant. Het midden blijft leeg, want daar zullen spelers gaan oversteken. Het oversteken is een omschakelmoment.
Indien mogelijk, verdeel je de groep in twee teams van acht. Eén team krijgt de hesjes, het andere teams speelt zonder. Aan beide kanten wordt er 8 tegen 2 gespeeld. Terwijl dat aan de gang is, wachten de overige zes spelers van het team in het eigen deel.
Begin door te bepalen welk team met de bal mag starten. Vraag 2 spelers van het andere team om in het midden te beginnen. Heb je een kleinere groep, speel dan 6 tegen 6 of 5 tegen 5 (en dus 6 tegen 2 of 5 tegen 2). Werk je met een kleine groep, voer dan een standaard rondo uit.
Balverlies
De spelers in het midden moeten proberen om de bal te veroveren. Zij moeten dit zo snel mogelijk doen. Lukt dit niet, en komt de bal bezittende partij tot 8 of 10 balcontacten, dan mogen zij scoren. Hoe verder het team komt, hoe meer balcontacten je kan eisen voor er gescoord mag worden.
De spelers in het midden moeten dit zien te voorkomen. Wanneer zij de bal onderscheppen, en deze gaat uit, wordt het spel hervat op het andere deel van het veld. Het kan ook gebeuren dat één van de twee spelers in het midden de bal naar de teamgenoten op het andere deel weten te spelen.
Dat is het moment van de omschakeling. De twee spelers die in het midden stonden, voegen zich bij de teamgenoten. Zij kunnen de bal rond laten gaan. Twee spelers van de tegenpartij moeten zeer snel reageren om voor druk te zorgen zodat zij niet makkelijk tot 8 of 10 balcontacten komen.
Wat het onderscheppen betreft, het raken van de bal is niet voldoende. Als deze na contact met iemand uit het midden in het spel blijft, gaat het spel gewoon door.
Score
Het doel van dit spel is om tot genoeg balcontacten te komen zodat je kan scoren. Na een doelpunt blijft de scorende partij in balbezit. De bal wordt in het spel gebracht door de trainer of assistent.
Het team met de hoogste score wint, waarbij je als trainer extra werk kan verzinnen voor de verliezende partij. Door het blok te verdelen in meerdere, korte sessies, wordt het competitieve element verhoogd.
De kracht van deze rondo zit in de extra elementen uit het positiespel en het partij. Het omschakelen komt uit een normaal gesproken grotere positiespel. Je kan overigens makkelijk de overgang maken naar die oefenvorm wanneer je deze rondo hebt uitgevoerd.
Dankzij de kleine goaltjes en het moeten scoren voelt het deels aan als een partij. Leuk om aan de spelers te melden is dat dit een oefening is van de staf van Ronald Koeman en wordt uitgevoerd door de spelers van Oranje.
Lees Hier Meer:
Zo zet je een voetbaltraining in elkaar
Geschreven door: Freddy Gomes, oud-voetballer op niveau en oud-trainer van een vriendenteam. Ik speelde 7 jaar voor Excelsior Rotterdam. Vanaf de C-jeugd (O14) tot aan het tweede elftal. Later speelde ik een aantal seizoenen in de Hoofdklasse. Als trainer werd ik kampioen met mijn vriendenteam in de Reserve 5e Klasse Zaterdag. Ik was tevens de keeper van dat team.