Terug naar site

Een kleine partijvorm met 1 keeper

7 februari 2024

In mijn tijd als speler/trainer van een vriendenteam, was er één partijvorm die we wekelijks uitvoerden. Dit was de kleine partijvorm met 1 keeper. De keeper was ik, en de vorm was klein vanwege het aantal spelers dat in staat was om elke week te trainen.

We hadden een groep van ongeveer 16 spelers. Gemiddeld trainden we met 8 tot 12 spelers op de woensdagavond. Dit kwam door blessures, werk en andere verplichtingen. Het betekent dat we meestal een partij speelden van 4 tegen 4, of 5 tegen 5, met 1 keeper.

Werk je met een grotere groep, maak het veld dan langer en breder. Zoals altijd gaat het hier om principes die ook in andere specifieke gevallen toepasbaar zijn.

Opzet partij

De partijvorm werd gespeeld op een veld van ongeveer 20-25 meter in lengte max. In de breedte maakten we gebruik van de zijlijn van de 16 meter. Bij 4 tegen 4 was een lengte van 20 meter voldoende. Bij het spelen van 5 tegen 5 maakten we het veld wat langer, tot 25 meter.

De breedte bleef gelijk. Ik gaf de voorkeur aan het verdelen van de teams op basis van positie. Dus zoveel mogelijk de verdedigers bij elkaar, tegenover de aanvallers. Tegenover de grote goal (met keeper) in de 16 meter stellen we twee kleine goals op waarin mogen worden gescoord.

Voor het partijspel tellen alleen de goals op de grote goal. Scoren op één van de kleine goals betekent wisselen. Stel de kleine goals breed op, zodat er gebruik moet worden gemaakt van de zijkanten.

De opzet van het partijspel was gericht op de zaterdag. Ik heb het eerder gehad over het trainen van wedstrijdsituaties. Het betekent dat wat we doen heeft direct te maken heeft met wat er zaterdag moet worden uitgevoerd. Wat er tijdens wedstrijden moet gebeuren, moet op de training worden geoefend.

Druk en Omschakelen

In ons geval ging het om twee hoofdzaken. Het druk zetten vooruit en het moment van omschakelen. Onze afwachtende manier van spelen betekende dat wij pas rond de middenlijn druk zetten op de tegenstander. Zo hadden we eerst de tijd om te zorgen dat we goed stonden opgesteld.

Het moest wel meteen goed gebeuren, om te voorkomen dat de tegenstander gevaarlijk kon worden. Wat ik met deze partijvorm erin wou krijgen, was het feit dat we dichter bij onze eigen goal niet meer achteruit mochten lopen. We speelden letterlijk in onze eigen 16 meter, dus veel druk zetten.

Waar we op andere delen van het veld met tactische oplossingen als het kantelen omgingen met situaties, was de boodschap bij de partijen een andere. Kort 1 op 1 verdedigen, en we lopen niet meer achteruit. Het heeft wat tijd nodig gehad om dit te verbeteren.

Punt twee was de omschakeling, een ander onderwerp wat heel belangrijk was voor onze speelwijze. De partijvorm stelde ons in staat het snelle reageren te oefenen. In plaats van blijven hangen in de laatste actie, moesten we op zaterdag zo snel mogelijk terug naar onze eigen helft.

In het geval van het partijspel betekende een doelpunt in één van de kleine goals het meteen reageren op de nieuwe situatie. Spelers moesten omschakelen om te voorkomen dat de tegenstander niet rustig op doel kan schieten. Dit gebeurde vooral in de beginfase vrij vaak.

Dan was het omschakelen van de nieuwe verdedigende partij te traag, en kreeg de tegenstander alle tijd om aan te leggen vanaf de 20 meter. Hierdoor kreeg ik als keeper regelmatig een goal om de oren. Dit waren wel goede momenten om de training even stil te leggen, om te bespreken wat er niet goed ging.

Zo kon ik de directe gevolgen van fouten benadrukken. Het zou op zaterdag een 0-1 achterstand betekenen, die mogelijk voorkomen had kunnen worden.

Deze kleine partijvorm leverde vaak een intensieve training op, zelfs wanneer het ging om een 4 tegen 4. Het toont aan dat het niet erg uitmaakt met hoeveel spelers je een training afwerkt, maar dat de intentie van spelers en trainers belangrijker is.

Lees Hier Meer:

Trainer, gaan we nog partijen?

Geschreven door: Freddy Gomes