“We waren beter. We hadden het meeste balbezit. We hebben de gehele wedstrijd gedomineerd.”
Balbezit kan spelers onterecht het gevoel geven dat zij controle hebben over het verloop van de wedstrijd. Hoe langer dat duurt, hoe meer risico team onbewust gaan nemen. De backs gaan steeds hoger staan, de centrale verdedigers schuiven steeds verder in.
Het team wordt ongeduldig en speelt vaker de moeilijke bal. Ondertussen doen zij dit met te veel mensen die voor de bal spelen. De ruimtes voor de counter worden groter. Het is dan een kwestie van tijd voor een tegenstander kan profiteren van de ruimte en de wedstrijd beslist.
Wat zegt een veel hoger percentage balbezit?
Het kan zeggen dat er een sterke tegenstander tegen een minder sterke tegenstander speelde. Het kan ook betekenen dat een tegenpartij minder behoefte had om veel aan de bal te zijn. Niet elke ploeg kiest ervoor om bezig te zijn met meer balbezit dan de tegenstander.
Wanneer het percentage balbezit aangeeft dat één van de twee teams drie kwart van de wedstijd de bal had, kan het dus een verschil in kwaliteit aanduiden. Als dit zo is, dan moet dit echter ook in de uitslag te zien zijn. Dan moet er verschil van 2 of 3 goals op het scorebord staan.
Regelmatig zien we teams met meer balbezit de wedstrijd verliezen. Balbezit moet een doel dienen. Balbezit alleen is niet voldoende, als je er niet in slaagt om genoeg kansen te creëren. Hiervoor moet een team onder meer in staat zijn de bal snel rond laten gaan.
In het tiki taka voetbal van FC Barcelona en Spanje, was het doel van balbezit de counter voorkomen. Zolang het team de bal had, hoefde het niet om te schakelen. Daar lag ook niet de kracht van beide teams. De kracht lag in het balbezit, en dat moest worden beschermd.
Tegelijk beseften deze teams dat het balbezit kansen moesten opleveren om wedstrijden te kunnen winnen. De balans vinden tussen deze twee lijkt mij bijna onmogelijk. En toch waren zij in staat om dit met veel succes voor elkaar te krijgen.
De teams die beter zijn zonder bal dan met bal, hebben er geen moeite mee dat een tegenpartij voor een groot deel van de wedstrijd balbezit heeft. Waar zij zich op richten, is de defensieve organisatie in de fases van balbezit tegenstander.
Mijn tijd als trainer
Met ons vriendenteam voelden wij ons goed zonder bal. Op een gegeven moment waren we als collectief goed in het mee schuiven met de tegenstander. Spelers wisten goed te knijpen, als team konden we volledig kantelen naar de bal. We stonden in de meeste gevallen goed genoeg.
Tegenstanders hadden meer balbezit, maar ondanks dat gaven wij niet veel kansen weg. Wij kozen er wekelijks voor om de tegenpartij op te laten bouwen. Zelfs op onze helft mocht de tegenstander nog voetballen. Hiermee kregen zij misschien het gevoel op dat moment beter te zijn.
Wat wij hier tegenover stelden was opportunistisch voetbal. De lange bal spelen in plaats van een verzorgde opbouw. Zo snel mogelijk onze aanvallers aan de bal krijgen. Als we tot scoren kwamen, gingen we weer op eigen helft staan en mocht de tegenpartij weer van ons aan de bal zijn.
Zelfs op het hoogste niveau zien we teams die maar in één ding echt heel goed zijn. Die keuzes moeten trainers maken. Waarmee kan dit team het verschil maken? Wij waren zeker niet slecht aan de bal. Maar ik maakte de keuze om een prioriteit te maken van het compact verdedigen.
Dat bleek achteraf een juiste keuze te zijn geweest. Op ons niveau ging de bal niet heel snel rond. Ook niet bij de beste tegenstanders. Onze grootste concurrent was wel in staat om ons af en toe weg te spelen. Maar zelfs tegen deze sterk voetballende ploeg wisten we twee keer te winnen.
Wij leerden dat seizoen te domineren zonder bal. Het grootste deel van dat seizoen bepaalden wij het wedstrijdverloop. Andere ploegen hadden het balbezit. Wij hadden aan het einde van de rit het kampioenschap. Over goed voetbal kan je twisten. Over prijzen niet. Doe mij de prijzen maar.
Geschreven door: Freddy Gomes