Een directe tegenstander is een speler van de tegenpartij die je vanuit je positie steeds tegenkomt in een wedstrijd.
Neem als voorbeeld twee teams die elkaar treffen in een traditionele 4-3-3 formatie.
De backs van beide teams staan tegenover de buitenspelers van de tegenpartij. Spelen de teams met een pure voorstopper, dan is deze aan beide kanten verantwoordelijk voor de spits. Dat zien we dan ook terug op het middenveld.
Daar moeten de drie middenvelders gaan koppelen. Dat betekent dat er koppels ontstaan van directe tegenstanders. Elke middenvelder is verantwoordelijk voor één van de tegenpartij. Deze spelers zullen tegenover elkaar gaan proberen om voetballend de oplossing te vinden.
Op andere momenten zullen zij duels uit moeten vechten. Zo veroveren zij ballen van elkaar of houden zij balbezit voor het eigen team.
In dit voorbeeld van een 4-3-3, kan er voor worden gekozen om 1 op 1 te spelen. Dit kan voorkomen op momenten van druk zetten op de bal. Als er druk wordt gezet met de 9 en 10, moet de vrije verdediger door naar het middenveld om daar een tegenstander op te pakken.
Wanneer teams 1 op 1 spelen, heb je dus over het gehele veld spelers met een directe tegenstander. Deze manier van verdedigen betekent overigens niet dat je elkaar niet kunt helpen. Door goed te knijpen kan je een teamgenoot steunen wanneer deze door een tegenstander wordt gepasseerd.
Tegenover een directe tegenstander staat het verdedigen in de zone. Bij zonedekking wordt van spelers verwacht dat zij op de eigen positie blijven staan. Tegenstanders die in de ruimte komen van die speler moeten daar dan worden opgepakt. Dat kunnen dus verschillende tegenstanders zijn.
Neem een rechtsback die in de zone moet verdedigen. Die moet spelers van de tegenpartij oppakken die in de zone rechts achterin verschijnen. Dat kan de opkomende back van de tegenstander zijn. Op een ander moment kan het gaan om een spits die de ruimte aan de zijkant probeert te zoeken.
Het kan even lekker zijn om geen tegenstander in de rug te hebben. Spitsen zoeken soms graag de bal op aan de zijkant om de actie te kunnen maken. Bij zonedekking blijven spelers staan in de eigen positie. Er hoeft niet te worden gevolgd.
Bij een directe tegenstander is het de ene keer wel verstandig om te volgen, en de andere keer niet. De rechtsback die te maken heeft met een linksbuiten zal deze kort willen dekken. Gaat de linksbuiten naar binnen en gaat de back mee, dan ontstaat er veel ruimte in de eigen zone.
De back van de tegenstander kan gebruik maken van die ruimte. Er zijn twee dingen die de back op dat moment moet doen. Kijk naar hoe groot het veld is. Is de linksback ver weg? Dan is de kans niet groot dat deze gebruik kan maken van de ruimte die er ontstaat.
Een andere optie is kijken of iemand de passlijn naar de linksbuiten af kan sluiten. Als dat zo is, dan mag die speler vrij staan. De pass kan niet worden gegeven, waardoor de back in positie kan blijven. Wordt de linksbuiten via een ander alsnog bereikt, dan moet de back snel vooruit op de bal.
Lees Hier Meer:
Geschreven door Freddy Gomes