In mijn eerste seizoen in de jeugdopleiding van Excelsior was ik een echte pingelaar. Ik was al snel tevreden als ik mijn tegenstander een panna kon geven tijdens de minuten die ik kreeg bij de O14-1.
In het tweede seizoen werd ik een betere, wat completere speler. Ik speelde in die tijd als buitenspeler of als spits. Als spits was ik balvast, ondanks mijn gebrek aan lengte en fysiek. Tot aan mijn overstap naar de B-junioren, de O16, had ik niet veel als middenvelder gespeeld.
De keren dat ik wel op die positie speelde, was ik niet overtuigd. Ik dacht niet dat het een positie voor mij zou zijn, vanwege het vele loopwerk en duels. Toch lukte het om op die positie de enige goal te scoren in de finale van een toernooi bij Spijkenisse.
De trainer van de O16 zag in mij een middenvelder, en ik begreep wel waarom. Het was aan mij om de zaken te verbeteren die van mij een echte middenvelder konden maken.
Je kan een betere middenvelder worden door te werken aan de volgende onderdelen van je spel:
- Loopvermogen
- Handelingssnelheid
- Tactisch inzicht
Loopvermogen
Als middenvelder moet je in staat zijn om veel te lopen, zodat je makkelijker grotere ruimtes kan bespelen. Naast het afleggen van vele kilometers, gaat het ook om de intensiteit waarmee je dat doet. Moet je bijvoorbeeld druk zetten op een tegenstander, dan doe je dat vaak in een sprint.
Je tegenstander zal veel in beweging zijn om van je los te komen. Tegenstanders komen in de bal, lopen breed weg, of zoeken de diepte. Je zal moeten volgen, en kan zeker in de diepte niet zomaar je tegenstander laten lopen. Ik begon mij te richten op het altijd volgen van mijn tegenstander.
Zo nam het vertrouwen in mezelf met elke wedstrijd toe. Naast het volgen van mijn tegenstander nam ik zelf steeds meer initiatief zonder bal. Door meer te bewegen op de training en in de wedstrijden werd ik langzaam conditioneel sterker.
Technisch gezien was ik toen al een aardige voetballer. Ik kon een bal aannamen en inspelen. Maar pas toen ik het gevoel kreeg dat ik meer en meer kon lopen, stapte ik het veld op als een betere middenvelder. Heb jij een achterstand op dit gebied, begin dan zeker eerst hiermee.
Snel handelen
Om snel te kunnen handelen aan de bal is techniek niet genoeg. Je moet weten wat je gaat doen wanneer je in balbezit komt. Ik was fysiek minder sterk was dan de meeste tegenstanders, waardoor snel handelen belangrijk was om te voorkomen dat we in een duel terecht zouden komen.
Het verbeteren van mijn handelingssnelheid begon met simpel spelen. Mijn taak in balbezit was om de rechtsbuiten aan te spelen. Door de bal aan te nemen naar rechts, lag deze meestal in één keer goed zodat ik direct kon passen.
Van Dennis Bergkamp had ik het rondkijken afgekeken. Hij keek als aanvaller vooral veel over zijn schouder voor het ontvangen van de bal, zodat hij wist waar de tegenstander in zijn rug zat. Als middenvelder probeerde ik te bevestigen dat de rechtsbuiten op zijn positie stond.
Ik wou weten wat de afstand was tussen mij en mijn directe tegenstander. Door veel rond te kijken, en het over de schouder kijken wanneer de bal naar mij toe kwam, kon ik een keuze maken over mijn volgende handeling. Zo leed ik weinig balverlies, wat voor een middenvelder een belangrijke troef is.
Tactisch inzicht
Deze laatste heeft even geduurd. Pas in mijn tweede seizoen als middenvelder ging mijn tactische vermogen omhoog. Dit had onder meer te maken met mijn samenwerking met onze nummer 10. Hij had veel diepgang, en liep vooral verticaal. Hierdoor was er ruimte voor mij om meer te doen.
Het feit dat ik zag dat hij vooral verticaal liep in een strook centraal op het veld, betekende voor mij een bepaalde groei. Je tactisch inzicht neemt toe naarmate je steeds meer zaken op het veld vast kan stellen. Dingen die verder gaan dan je eigen positie en spel.
Omdat hij graag diepging, en ik juist in de bal kwam, was er bijvoorbeeld ruimte om het veld over te steken en ook meer aan die kant aan de bal te komen. Vanaf daar kon ik de opening zoeken naar de rechterkant van het veld. Wanneer de tegenstander kantelt naar één kant van het veld, kan je met het openen de ruimte vinden.
Tegelijk ontwikkelde ik het temporiseren. In plaats van een opening, waarbij ik een pass over 30 meter moest geven, waren er momenten voor een korte pass. Deze momenten waarop ik bewust minder risico nam, had te maken de toenemende druk van de tegenstander.
Dit wordt het lezen van een wedstrijd genoemd. De toenemende druk van de tegenstander kan je verminderen door zo lang mogelijk balbezit te houden. Kies je dan voor een moeilijke pass, en je verliest de bal, dan kan de tegenstander je verder onder druk zetten met een nieuwe aanval.
Vaak zien we dat de druk op een gegeven moment teveel wordt, en de goal vroeg of laat valt. Dus, sta je voor en voel je dat de tegenstander sterker wordt, houd dan zoveel mogelijk de bal in de ploeg. Kies het moment om toe te slaan.
Dit is wat ik heb gedaan om een betere middenvelder te worden. Er zijn natuurlijk meer dingen die je kunt doen. Uiteindelijk hangt het af van je exacte positie, en de zaken die jij dient te verbeteren.
Ben jij een middenvelder en heb een vraag voor mij? Klik hieronder, stuur mij een bericht!