“Sta je in de basis?”
De basis van een voetbalelftal is het team dat staat aan de aftrap. Dit zijn dus de 10 veldspelers, en een keeper. (in het geval van spelen op een half veld zijn het minder veldspelers)
Een basisspeler is dan ook een speler die onderdeel is van het startende team, vanaf de aftrap.
Er kan sprake zijn van vaste basisspelers en bankzitters, of er kan worden gerouleerd. In Moet je altijd spelen in dezelfde Opstelling schreef ik over de voordelen en nadelen van het spelen in een vaste opstelling. Het grote voordeel is dat het team goed op elkaar is ingespeeld wanneer er wekelijks met dezelfde mensen wordt gespeeld.
Belangrijkste nadeel, en uitdaging van de trainer, is dat vaste bankzitters voor problemen kunnen zorgen. Niemand ziet zichzelf als reserve, en er zijn altijd spelers die het niet volhouden in die rol.
Een ander nadeel is dat spelers die weinig in actie komen, geen ritme hebben. Het is moeilijk om een betere speler te worden als er sprake is van een gebrek aan speeltijd. Het is dan maar de vraag of dat goed gaat wanneer er wel een beroep op ze moet worden gedaan.
De trainer bepaalt wie er in de basis staat, en of er sprake is van een vaste basisopstelling of niet. Het is slim om zoveel mogelijk te rouleren. Zo zien we dat trainers ervoor kiezen bijvoorbeeld in het bekertoernooi of in kleinere wedstrijden andere spelers een kans te geven.
Basisspeler worden
Iedereen wil in de basis starten. Elke speler acht zichzelf goed genoeg voor een belangrijke rol in het elftal. Hoe groter de selectie, hoe meer er problemen kunnen ontstaan. Het is van belang dat een trainer zorgt voor duidelijkheid naar de spelers toe, zodat zij weten waar zij aan toe zijn. Het is dan goed om veel in gesprek te gaan met spelers, en uitleg te geven over bepaalde keuzes.
Ben je momenteel geen basisspeler bij je club, dan is het goed om te weten waar je aan moet werken. Vraag aan de trainer welke verbeterpunten jou dichter bij een plek in de basis brengen. Werk daarnaast hard op de training. Spelers onderschatten vaak welk signaal zij afgeven met de manier waarop er wordt getraind.
Soms trainen spelers alsof zij er geen zin in hebben of alsof ze er klaar mee zijn en eigenlijk willen vertrekken. Je moet ook geduld hebben. Een paar weken goed trainen wil niet zeggen dat je snel een kans krijgt. Dat kan langer duren dan je denkt, en dan is het zaak om vooral door te gaan.
Je ontwikkeling als voetballer kan sterk afhangen van hoe vaak je basisspeler bent. Het is natuurlijk belangrijk om zoveel mogelijk aan spelen toe te komen. Toch moet je niet vergeten dat je ook op de training stappen kan maken. In mijn eerste seizoen in de jeugdopleiding van een BVO, zorgde alleen al de training op een veel hoger niveau dat ik een betere voetballer werd.
Tijdens de trainingen moet je laten zien dat je het verdient om elke week te spelen. Om die reden is concurrentie in een selectie heel positief. Spelers kunnen er niet mee wegkomen om slap te trainen. Wie meer wil halen uit het voetbal, zal dan ook een stap moeten maken naar een omgeving waarin er meer wordt gevraagd.
Wekelijks een plek in de basis. Daarna een belangrijke en bepalende rol. Dit een tijd volhouden, en vervolgens misschien een stap hogerop. Blijf jezelf uitdagen.