Wanneer je als trainer het elftal beter wilt laten voetballen, kies dan op de training voor het positiespel.
In vergelijking met het partijspel, staat hier het rondspelen centraal. Bij een vrije partijspel zullen spelers vooral voor de doelpunten willen gaan, waardoor er te weinig wordt gedacht aan het goed rondspelen van de bal. Dit kan je compenseren door extra regels te maken.
Hieronder ga ik verder over een positiespel met een oneven aantal spelers. Over het positiespel schreef ik eerder het volgende:
"Ook het positiespel zonder partijspel kan met verschillende regels en varianten worden uitgevoerd. Een variant is die met kaatsers aan de zijkant. Een andere is met een vrije man, die hoort bij het team met balbezit. Regels kunnen gaan om het aantal keer raken, of het verplicht overslaan van een station".
Lees Hier Meer: Wat is positiespel en waar dient het voor?
Trainers hebben regelmatig te maken met een oneven aantal op een training. Maak dan gebruik van deze oefening. Speel een positiespel van bijvoorbeeld 5 tegen 5, met een vrije speler. De vrije speler hoort bij de bal bezittende partij.
De regels rond het spel kan je laten afhangen van hoe ver het team is. Begin met een wat groter veld, en weinig regels. Vrij spel voor iedereen. Het team zal elkaar eerst moeten vinden. Voor teams die de oefening niet gewend zijn, kan zelfs een grote ruimte en een speler extra lastig genoeg zijn.
Hoe groot het veld precies moet zijn, is afhankelijk van de grootte van de groep. Een groot veld geeft spelers de tijd om de oplossing te vinden. Hiermee neemt het vertrouwen toe. In het begin gaat het erom dat spelers gaan nadenken over waar ze mee bezig zijn.
Hoe moet de oefening worden vertaald naar verschillende wedstrijdsituaties? Spelers leren dankzij het positiespel wat er moet gebeuren bij balbezit, en bij balbezit tegenstander. Zorg eerst voor een bepaalde basis, voor er meer van de spelers wordt gevraagd.
Na verloop van tijd kan het veld iets kleiner worden gemaakt. De vrije speler kan worden opgelegd om te gaan fungeren als kaatser. Door tijdens het positiespel te rouleren met de vrije speler, kunnen de meeste spelers dat even uitvoeren, waardoor zij sneller moeten leren handelen.
Op een gegeven moment wordt het tijd om naar drie keer raken te gaan. Dit kan na een paar weken, of het kan maanden duren. Belangrijk is dat het team in staat is uit te voeren wat er wordt gevraagd. Hoe hoger het niveau, hoe meer verwacht mag worden dat spelers zaken snel oppakken.
Met drie keer raken voor alle spelers en één keer raken voor de vrije speler, moeten spelers zorgen voor veel beweging bij balbezit. Spelers moeten zich aanbieden, en vooraf nadenken over de voortzetting. De eerste aanname moet in dienst zijn van de volgende pass.
De druk zettende partij moet samenwerken om tegen een overtal de bal te kunnen veroveren. Er moet met elkaar worden gesproken. Zodra het niveau toeneemt, kan er een winnaar en verliezer uit het spel komen. Tel dan tot 15 of 20 passes, voor een punt voor de bal bezittende partij.
De verliezer moet als straf opdrukken of sprinten. Hierdoor gaat het niveau nog meer omhoog.
Lees Hier Meer:
Positiespel met 2 of 4 kaatsers
Geschreven door: Freddy Gomes, oud-voetballer op niveau en oud-trainer van een vriendenteam. Ik speelde 7 jaar voor Excelsior Rotterdam. Vanaf de C-jeugd (O14) tot aan het tweede elftal. Later speelde ik een aantal seizoenen in de Hoofdklasse. Als trainer werd ik kampioen met mijn vriendenteam in de Reserve 5e Klasse Zaterdag. Ik was tevens de keeper van dat team.