Eén van de veranderingen die we zien in het huidige voetbal, is de wijze van opbouwen van achteruit. Dit heeft te maken met het feit dat er tegenwoordig een teamgenoot mag worden ingespeeld binnen de 16.
Voorheen moest de eerste pass buiten de 16 aankomen, voor de opbouw mocht worden voortgezet. Hierdoor ontstaat bijna automatisch een lang speelveld van ongeveer 50 meter. Dit is een uitzondering in een tijd waarin we het speelveld op de meeste momenten kleiner zien worden.
Onlangs schreef ik over de gevolgen van een kleiner speelveld, met posities die we zien verdwijnen. Het is dan ook interessant dat er tegelijk een vrij nieuwe situatie speelt, waar trainers en spelers een oplossing voor moeten bedenken. We zien teams soms zowat op de eigen achterlijn rondspelen.
Drukken of Zakken
Druk zetten begint voorin, omdat de aanvallers de eerste zijn die dit moeten doen. Mogelijk volgt het signaal van middenvelders die achter de aanvallers het moment coachen en aangeven in welke lijn er druk moet worden gezet.
Soms heb je leiders van een team die achterin spelen, als de keeper of centrale verdedigers die het sein geven omdat zij goed kunnen coachen en veel praten. Er zijn momenten dat de verdediging graag vooruit wil, zodat het team even onder de druk van de tegenstander uit kan komen.
Duidelijk is dat iedereen het eens moet zijn met wat er moet worden uitgevoerd. Het gehele team moet weten welke afspraken er bestaan rond het druk zetten. Als een aantal spelers vooruit willen om druk te zetten, en de laatste lijn blijft hangen, dan ontstaat er een lang(er) speelveld.
Hierdoor komt er meer ruimte voor de tegenstander. Met goede spelers kan de tegenpartij hiervan profiteren. De afgelopen tijd heb ik veel geschreven over overtal situaties die ontstaan door het spelen met een extra speler op het middenveld.
Maar het is niet alleen in een ondertal situatie heel lastig te verdedigen. Als het lukt om onder de slecht uitgevoerde druk uit te voetballen, krijgt de verdedigende partij ook in een 4 tegen 4 het lastig. Dit komt omdat de aanvallers weten wat zij willen doen en de tegenpartij moet reageren.
Hoe goed de reactie ook is, het zal in bepaalde gevallen een seconde te laat zijn om gevaar te voorkomen. Het is beter om de afstemming binnen de ploeg goed te hebben, waardoor het elftal gezamenlijk druk zet of inzakt. Dit vergroot natuurlijk de kans op succes.
Voelt de verdediging niet het vertrouwen om vooruit te gaan zodat er compact wordt verdedigd, dan moet dit worden aangegeven. Ook dit zijn momenten waarop het handig is als er leiders centraal in de verdediging staan of er een keeper is die dit kan aangeven.
De gehele ploeg moet dan inzakken, tot een bepaald punt op het veld. Zo kan de verdediging een lijn vormen met minder ruimte in de rug, en verdedigen op een manier die op dat moment beter voelt. Dit voorbeeld toont aan hoe belangrijk leiderschap en communicatie is.
Dan kan er, naast de vooraf gemaakte afspraken, op elk moment vanuit het team besloten worden om te gaan voor een andere oplossing. Waar het om gaat is dat het duidelijk is wat er moet gebeuren, en wanneer. Daarna kan een team zich gaan richten op een steeds betere uitvoering.
Lees Hier Meer:
Geschreven door: Freddy Gomes