Er zijn spelers die zichzelf omschrijven als een 9.5, of zo worden gezien door anderen.
Dit zijn spitsen die meer een 'second striker' type vormen. Spelers die eigenlijk geen diepe spits zijn, maar wel op die positie kunnen worden opgesteld.
Voorbeelden uit het Nederlandse voetbal zijn Robin van Persie en Dennis Bergkamp. Beiden speelden onder Wenger bij Arsenal, waar zij werden opgesteld als aanvalspartner van Thierry Henry. De 9.5 wordt zo genoemd vanwege de kruising tussen een 9 en een 10.
De 9.5 heeft het scorende vermogen van een 9, maar de stijl en het gevoel van een 10. In dit stuk wil ik het idee delen van spelen met een 9.5. Niet in de zin van een type speler, maar als een positie. Want we hebben het over spitsen en de valse negen.
Wat is dan de 9.5?
De 9.5 is een speler die je op kan stellen die de opdracht heeft om af te wisselen tussen de rol van spits, en die van de valse spits.
Je kan bewust beginnen met één van de twee, mogelijk afhankelijk van de type tegenstander die je treft. Of je gaat uit van een vaste manier van starten. Een tegenstander zal minstens één echte spits verwachten aan de aftrap, waardoor starten met een valse 9 interessant kan zijn.
Je lokt hiermee een reactie uit van de tegenstander. Door een aanvallende middenvelder dieper te laten spelen, ontstaat er een geheel nieuwe situatie. Dit doet denken aan het spel van Spanje, op het afgelopen EK. Aanvallende middenvelder Dani Olmo stond regelmatig naast Alvaro Morata.
De aanvoerder en spits van Spanje liet zich vaak aardig zakken. De Spaanse aanval stond dan opgesteld in een kommetje. Breed, en wat dieper, stonden de buitenspelers. Dit zorgde ervoor dat het team in balbezit elkaar net wat makkelijker kon vinden.
Een tegenpartij zal in deze situaties moeten doordekken vanuit het centrum, of aanvallende spelers wat laten inzakken. Vind je elkaar dan niet op het middenveld, dan kan je de opbouw opnieuw van achteruit starten omdat de druk ontbreekt.
Wil de tegenpartij doordekken vanuit het centrum op de 9.5, dan komt er meer ruimte achterin. Dan kan je de diagonale looplijn van de buitenspelers gebruiken. Vooral aanvallers met snelheid en diepgang zullen erg goed functioneren.
De Zerbi
Trainer Roberto De Zerbi vraagt dit van zijn spits. Tijdens de opbouw wil hij zijn spits zien inzakken, ter hoogte van de positie van de aanvallende middenvelder. De Zerbi weet dat hij hiermee een situatie krijgt waarin het team een speler over heeft. Het doel is die speler te vinden.
Als dat lukt, komt het team onder de druk uit. Besluit de tegenstander door te dekken, dan ligt er veel ruimte achterin voor de buitenspelers. Die weten dan op dat moment dat zij in de diepte zullen worden gezocht. De Zerbi was bij Brighton succesvol, mede dankzij dit idee bij het opbouwen.
Om dit uit te voeren hoef je niet je speelwijze aan te passen. Het is het toevoegen van een nieuw element aan de manier van voetballen. Je kan hiermee profiteren van de voordelen van spelen met een valse spits. En op andere momenten staat je spits gewoon als diepste speler opgesteld.
Wees niet bang om hiermee te experimenteren. Laat je spits op momenten 15 of 20 meter inzakken. Kijk hoe je groep omgaat met de verandering. En bekijk hoe de tegenpartij hierop reageert. Voorwaarde is wel dat dit past bij de spits die je normaal gesproken opstelt.
Sommige spitsen zijn bijvoorbeeld vooral sterk rond het doel van de tegenstander. Het is dan niet verstandig om zo'n speler andere dingen te vragen. De juiste speler zal deze rol geweldig uitvoeren.
Lees Hier Meer:
Geschreven door Freddy Gomes