Het was een paar minuten voor tijd. Ajax viel aan, vanaf de linkerkant.
De snelle Overmars had de bal aan de voeten. In plaats van een actie, koos hij voor een korte pass terug. Davids ontving, en speelde de bal breed. Via Frank Rijkaard kwam de bal voor de voeten van Patrick Kluivert. Op de rand van de 16 wist hij de bal mee te nemen, in de richting van de goal.
De verdediger probeerde met een sliding een goal te voorkomen. AC Milan keeper Rossi kwam direct uit, maar Kluivert kreeg zijn grote teen tegen de bal aan. De bal rolde langzaam langs Rossi, de goal in. 1-0 Ajax.
Het juichen van de 18-jarige spits was opvallend. Tijdens het wegrennen probeerde hij druk zijn shirt om te draaien. Hij wou hiermee de wereld laten zien welk nummer tot scoren was gekomen, en welke naam daarbij hoorde. Spelen met de naam op het shirt was in 1995 namelijk nog nieuw.
De scheidsrechter floot af. Ajax had het grote Milan weten te verslaan met een elftal vol jonge spelers die deels uit de eigen opleiding kwamen. Trainer Louis van Gaal had met de ervaren Danny Blind en Frank Rijkaard twee spelers die de groep moesten leiden. Dat was gelukt.
Terug in Amsterdam stond de moeder van Kluivert de jonge matchwinner op te wachten. Kluivert verliet het vliegtuig, en vloog zijn moeder huilend in de armen. Prachtige beelden. Zeer inspirerend voor kleine voetballertjes die droomden van een leven als profvoetballer. Ik was er één van.
Namen en Nummers
Een jaar eerder, in de CL-finale van 1994, speelden spelers nog zonder namen op de shirts. In de finales van '94, '95 en '96 hadden alle spelers nog wel de rugnummers 1 tot en met 16. Hierdoor hadden spelers in de meeste gevallen geen vaste nummers.
Ook dit zou in de jaren daarna al snel veranderen. Neem als voorbeeld de finale van 1998, gespeeld in Amsterdam. Bij Juventus droeg Davids 26, Zidane speelde met nummer 21. Bij tegenstander Real Madrid had Karembeu nummer 27, meteen ook het hoogste rugnummer van die avond.
Het klinkt gek, maar dit was dus een paar jaar eerder ondenkbaar. Het is dan ook niet vreemd dat spelers meer en meer werden gelinkt aan een bepaald rugnummer. Wanneer ik denk aan de tijd van Zidane in Italië, denk ik automatisch aan nummer 21.
Cruijff is zoals vaker een uitzondering. Op Pelé na was er geen speler die meer synoniem stond met een rugnummer. En zeker niet een hoger nummer, als de 14. In de tijd van nummers op volgorde geen basisspeler. Omdat zelfs Cruijff niet altijd de regels kon omzeilen, speelde hij ook met de 9.
Met Ronaldo en de naam R9 begonnen dingen te veranderen. Nike was één van de merken die gebruik maakte van de commerciële waarde van de combinatie naam en rugnummer.
De regels van de UEFA en FIFA hebben we behoorlijk zien veranderen. De volgende stap lijkt een aanpassing van de regels rond rugnummers bij grote toernooien. Nu moeten teams verplicht nummers 1 t/m 26 gebruiken. Dat lijkt niet meer van deze tijd.
Het is bijna 30 jaar geleden dat een 18-jarige Kluivert zijn winnende goal op een opvallende wijze vierde. De commerciële waarde en belang van namen en rugnummers zal nog meer toe gaan nemen.
Lees Hier Meer:
Johan Cruijff en zijn nummer 14
Geschreven door: Freddy Gomes