Volgens Liverpool-trainer Arne Slot zijn loopacties in de diepte één van de belangrijkste dingen in het voetbal.
Hoe meer loopacties er in de diepte worden gemaakt, hoe meer kans je hebt op een overwinning, zo denkt de Nederlandse trainer. Dat hij daar werk van maakt wordt een paar dagen later duidelijk.
Dan bevestigt de club de komst van Florian Wirtz. De aanvallende middenvelder is iemand die dat in huis heeft. Net als collega's Dominik Szoboszlai en Engelsman Curtis Jones. Naast de loopacties vanuit het middenveld worden deze bij Liverpool ook voorin gemaakt, met name door Mo Salah.
Waarom
Slot weet dat loopacties diep dé manier is om een tegenstander kapot te spelen. Meestal ligt de nadruk op een snelle balcirculatie. Dat is een belangrijk onderdeel, maar om gevaarlijk te worden moeten er veel loopacties worden gemaakt. Dat komt omdat de tegenstander daarop moet reageren.
Elke actie zal om een reactie vragen. Stel dat Liverpool balbezit heeft op de helft van de tegenpartij. Het team staat in 4-3-3, met de buitenspelers breed. De tegenstander staat met een laatste lijn van vier daar tegenover. Op het middenveld proberen twee spelers tussen de linies te komen.
Wanneer één van deze middenvelders een loopactie diep maakt, moet de tegenpartij kiezen. Gaat de middenvelder mee, of kan deze zijn tegenstander laten lopen. Moet er eerst contact zijn tussen de teamgenoten, of weten zij dat er een loper moet worden opgepakt?
Op het moment dat beide middenvelders een loopactie in de diepte maken, heeft de tegenpartij een probleem. Beide spelers laten lopen kan. Dan wordt er één opgepakt door een vrije verdediger, en de ander kan worden opgepakt door een naar binnen knijpende back.
Maar dan is er ruimte aan de zijkant. Salah wordt aangespeeld, en die wil je eigenlijk niet de ruimte geven. Dat is hoe de problemen zich opstapelen voor een verdedigende partij wanneer er steeds lopers zijn. Elke loopactie zal vragen om een reactie bij de tegenpartij. Die zal een fout gaan maken.
Afleiden
Spelers moeten weten dat het grootste deel van de loopacties niet zal leiden tot het krijgen van de bal. Die loopacties zijn gericht op het afleiden van de tegenstander. In het voorbeeld hierboven kreeg Salah de bal op rechts. Dan moeten er minimaal twee nieuwe loopacties worden ingezet.
Om het meeste te halen uit een in balbezit zijnde Salah met de ruimte voor zich, is er afleiding nodig. De eerste actie is van de back. Die gaat buitenom om een tegenstander aan zich te binden. Als de back twijfelt kan Salah nog meer ruimte vinden om naar binnen te trekken voor het schot.
Daar moet een tweede loopactie worden ingezet. Uit het centrum moet een tegenstander worden weggelokt. Dit kan de spits doen, of een aanvallende middenvelder. Zij doen dit door een diagonale loopactie te maken vanuit het midden naar de zijkant. Een tegenstander zal moeten volgen.
Als zij dat niet doen staat deze teamgenoot vrij. Volgt er een tegenstander dan ontstaat er nog meer ruimte voor het schot. Teamgenoten kunnen er ook voor kiezen om kort na elkaar dezelfde loopactie te maken. Ga hiermee aan de slag voor komend seizoen. Voor Slot pakte het goed uit.
Lees Hier Meer:
Er staan vs Er komen
Geschreven door: Freddy Gomes, oud-voetballer op niveau en oud-trainer van een vriendenteam. Ik speelde 7 jaar voor Excelsior Rotterdam. Vanaf de C-jeugd (O14) tot aan het tweede elftal. Later speelde ik een aantal seizoenen in de Hoofdklasse. Als trainer werd ik kampioen met mijn vriendenteam in de Reserve 5e Klasse Zaterdag. Ik was tevens de keeper van dat team.