In mijn tijd als trainer speelden we vaak een kleine partij met 1 keeper. Het veld was dan niet veel groter dan 18 of 20 meter.
De nadruk lag in de partijvorm op het kort zitten op de tegenstander, en het vol druk zetten vooruit. Deden de teams dat niet, dan was het niet al te lastig om te scoren. Regelmatig pakte een speler de bal uit de kleine goal, om snel af te werken op de grote goal, om zo het verschil te vergoten.
Hoe dichter je bij de goal komt, hoe korter je de tegenstander moet dekken. Hoe dichter je bij de goal komt, hoe meer druk er moet zijn op de bal om gevaar te voorkomen.
Bij de partijvorm gaf ik ook altijd aan dat de nadruk ligt op de 1 op 1, maar dat betekent niet dat spelers elkaar niet mogen helpen. Het betekent wel dat spelers anders moeten staan dan op andere delen van het veld.
Verdedig je op 30 of 40 meter van je eigen goal, dan is het knijpen en kantelen belangrijk. Dan wil je een tegenstander tot balverlies dwingen door de ruimtes klein te houden. In je eigen 16 meter ben je eigenlijk al te laat om de ruimtes te sluiten, en moet je vooral je tegenstander verdedigen.
Hoe dichter bij de goal, hoe korter spelers moeten zitten. Zij moeten de tegenstander dan als het ware voelen. Het valt op hoeveel spelers moeite hebben hiermee, en in de buurt van de eigen goal staan zoals zij ook op andere delen van het veld staan.
Of het moet te maken hebben met de instructies van de eigen trainers.
De backs
Even een voorbeeld van een situatie vanuit het perspectief van een rechtsback. In eerdere stukken heb ik zowel het kantelen als het knijpen beschreven. Stel dat de tegenstander aan het opbouwen is via de eigen rechterkant. Dan laat de rechtsback dus los, en komt helemaal naar binnen knijpen.
Dit doet de back omdat ook het centrum zal knijpen, en mogelijk de spits los gaat laten. Het knijpen van het centrum zorgt voor een kleiner speelveld, en minder ruimte voor de opbouw van de tegenstander. De rechtsback kan de spits afdekken, en de ruimte afsluiten die was ontstaan.
Stel nou dat de opbouw van de tegenstander zo goed is dat zij tot in de buurt van de 16 weten te komen. Nu moeten de verdedigers kort zitten op de tegenstander. De linksback moet proberen de voorzet te blokkeren. Lukt dit niet, en komt de bal voor in de 16, dan moet daar kort worden gedekt.
De vrije verdediger zal tussen de back en de goal staan, om de voorzet er alsnog uit te halen. De voorstopper moet de spits voelen, om deze van het scoren af te houden. Als de rechtsback in dit geval ook wil knijpen, en naar de situatie met de spits kijkt, komt de linksbuiten vrij voor de goal.
De tegenstander los laten op het moment van knijpen en kantelen is logisch. De tegenstander ruimte geven voor de eigen goal is dat niet. Toch zien we dit veel te vaak gebeuren.
Zet je als team druk? Pak dan eerst de ruimte, daarna je eigen tegenstander. Verdedig je in en rond de 16? Pak dan eerst je eigen tegenstander, daarna pas eventueel de ruimte.
Ik geloof dat hiermee meer goals worden voorkomen dan andersom.
Geschreven door: Freddy Gomes