Hoe hard een bal moet worden ingespeeld is afhankelijk van de situatie.
Wil je als team de bal snel rond laten gaan, speel dan ballen hard in zodat de tegenstander harder moet lopen. In dit geval helpt het ook als je een station over kunt slaan.
Dit dwingt een kantelende tegenpartij tot een hogere intensiteit om op tijd de ruimtes dicht te lopen. Speel je de bal rond op een laag tempo dan maak je het makkelijker voor de verdedigende partij. Ze hebben dan alle tijd om ervoor te zorgen dat zij goed staan.
Ballen die je tussendoor probeert te spelen moeten ook een bepaalde snelheid hebben. Op deze manier kan je pass één of meerdere tegenstanders voorbij. Dit is bijvoorbeeld belangrijk bij een pass van achteruit, waarmee jij misschien probeert om de linies van de tegenpartij te breken.
Dit is een verticale pass, een bal die je vooruit inspeelt, naar een teamgenoot die achter het middenveld van de tegenpartij vrij probeert te komen. Deze ballen worden vaak ingespeeld op spelers die in staat zijn harde ballen aan te nemen, en zelfs in één beweging door kunnen draaien.
Het Vervolg
Hoe hard een bal moeten worden ingespeeld hangt af van wat ermee moet gebeuren.
Liverpool-middenvelder Ryan Gravenberch maakt geweldig gebruik van de lopende bal om het spel van zijn team te versnellen. Wanneer hij wordt ingespeeld door de laatste lijn, en zij zien dat hij de ruimte heeft om de bal te laten lopen, mag de bal niet te hard zijn.
De bal moet hard genoeg zijn om voorbij de aanvallers van de tegenpartij te komen. Is deze te hard, dan wordt de lopende bal daarna makkelijk onderschept door de tegenstander.
Als Gravenberch een te harde bal krijgt ingespeeld, moet hij mogelijk kiezen voor een kaats waardoor de snelheid uit de opbouw is. Of hij moet de bal aannemen terwijl dit niet altijd op de beste manier kan. Na een schijnbeweging de bal laten lopen is in veel gevallen een goede oplossing.
Dit kan dus alleen als de bal de juiste snelheid heeft. Hetzelfde geldt voor een steekpass. Met een steekpass probeer je een teamgenoot weg te steken tussen twee of meer tegenstanders. Dit betekent dat een bal hard genoeg moet zijn om onderschepping te voorkomen.
Een steekbal die te hard is wordt een prooi voor de uitkomende keeper. Je wil dus een steekpass geven die hard genoeg is om tegenstanders te passeren, maar niet zo hard is dat deze voor de keeper is. Aan de zijkant moet je voorkomen dat de bal achter de zijlijn terecht komt.
Derde man
Een ander gevolg kan het zoeken van de derde man zijn, na een kaats. Dit is een goede situatie voor een harde pass waarmee je de linies van de tegenstander kan breken. Het kaatsen van een harde bal is makkelijker dan het aannemen en doordraaien.
De derde man die onder de bal komt voor het ontvangen van de kaats kan iemand zijn die op doel gaat schieten. In plaats van op doel schieten kan er ook worden gekozen voor het opnieuw inspelen van de weggelopen speler, zoals hier in het voorbeeld van Dortmund-spits Guirassy.
Lees Hier Meer:
Bescherm de bal door dit te doen
Geschreven door: Freddy Gomes, oud-voetballer op niveau en oud-trainer van een vriendenteam. Ik speelde 7 jaar voor Excelsior Rotterdam. Vanaf de C-jeugd (O14) tot aan het tweede elftal. Later speelde ik een aantal seizoenen in de Hoofdklasse. Als trainer werd ik kampioen met mijn vriendenteam in de Reserve 5e Klasse Zaterdag. Ik was tevens de keeper van dat team.
