Aansluiten. Deze term wordt gebruikt op het moment dat een team naar voren moet bewegen, om bij elkaar te kunnen blijven.
Het komt het meest voor in een verdedigende situatie. Het team staat te verdedigen, mogelijk kort voor het eigen doel. De bal wordt weggewerkt. Je hoort dan spelers zeggen dat er moet worden aangesloten.
De spelers zullen dan in tempo naar voren gaan, om hoger op het veld compact te staan. Of er wel of niet druk wordt gezet op de bal, het team moet wat verder van het eigen doel komen te staan. Dat is waarom aansluiten belangrijk is.
Doe je dit niet goed, dan laat je de tegenstander teveel en te makkelijk een aanval opzetten. Zij kunnen dan de afstand overbruggen van eigen helft naar het doel van de tegenpartij. Daar ontstaat vervolgens gevaar. We zien dit vaak terug bij een team dat probeert een voorsprong te verdedigen.
Als keeper stuurde ik het team graag vooruit. Wanneer dat te langzaam gebeurde, of ik zag de ploeg twijfelen, moest ik dat aancoachen. Ik zag het liefst de bal zo ver mogelijk van mijn doel. De laatste lijn voelde zich niet altijd prettig met veel ruimte in de rug.
Het is, wetende dat tegenstanders vanaf de eigen helft niet buitenspel kunnen staan, een risico om al die ruimte achter je te laten. Daarom sloot ik als keeper ook aan. Om de ruimte te verkleinen, stond ik in de meeste gevallen net buiten mijn eigen 16 meter.
Daarnaast mag je als team in die gevallen de tegenpartij niet zonder druk een pass laten geven. Sta je dat toe, dan wordt het meteen gevaarlijk.
Bijsluiten
Dit doe je om aanspeelbaar te zijn voor een net ingespeelde teamgenoot. We noemen het ook 'er onder komen'. Het is belangrijk voor alle spelers, maar in het bijzonder voor middenvelders.
Deze spelers kunnen door op het juiste moment bij te sluiten het spel versnellen. Neem het geval waarbij een bal vanuit de laatste lijn wordt ingespeeld naar de spits. Een vallende bal is dan de beste optie. Niet alleen om de spits te bereiken, het is ook voor de spits een betere bal om aan te nemen.
Komt de bal uit ter hoogte van de voeten van de spits, dan kan deze kiezen voor een kaats. Anders moet de bal eerst onder controle, zoals een eerste aanname met de borst. Hoe dan ook, er moeten spelers onder de bal komen.
Een teamgenoot moet zich melden bij de spits door bij te sluiten. Zo heeft de spits een simpele optie. Door gewoon de bal terug te leggen kan het team doorspelen. Deze situatie is een uitstekende voor het zoeken van een (lopende) derde man.
Dit kan een andere middenvelder zijn, die tijdens de actie van de spits al is gestart. Hierdoor kan de middenvelder die bijsluit in één keer de lopende middenvelder zoeken.
Die middenvelder kan ook met de loopactie ruimte maken aan de buitenkant. Door de loopactie zal de back verder moeten knijpen, waardoor de buitenspeler vrij komt. Na het inspelen kan deze met de ruimte die er ligt de back gaan opzoeken. Dat is een groot voordeel in de 1 tegen 1.
Lees Hier Meer:
Geschreven door: Freddy Gomes