De teams van Sir Alex Ferguson bij Manchester United kenden geen gebrek aan kwaliteit.
De Schotse toptrainer kreeg de tijd om te bouwen aan zijn elftal. Daar heeft de club geen spijt van gekregen. Het Treble winnende team van 1999 was misschien wel het beste team uit het gehele Ferguson tijdperk.
Keeper Peter Schmeichel leek soms een niet te passeren muur. Het team had met Jaap Stam één van de beste verdedigers ter wereld. Voorin stond het spitsenduo Dwight York en Andy Cole. De ploeg kon altijd rekenen op de doelpunten van de twee.
Alsof dat niet genoeg was had Ferguson twee vervangers in huis waar andere trainers alleen van konden dromen. United had de luxe om spitsen Teddy Sheringham en Ole Gunnar Solskjaer op de bank te houden.
De middenvelders Ryan Giggs en David Beckham voorzagen het team van prachtige acties en geweldige voorzetten. Het hart van dat topelftal bestond uit de twee centrale middenvelders. Aanvoerder Roy Keane en partner Paul Scholes waren de leiders van dit team.
Keane ging voorop in de strijd. Hij was altijd te horen. Ferguson haalde hem wetende dat topteams zo'n type speler nodig hebben. De captain gaf altijd alles wat hij had. En daarom kon hij hetzelfde vragen van zijn teamgenoten. Scholes hoorde je nooit. Maar je zag hem altijd.
De technisch begaafde middenvelder was in zijn korte en lange passing fantastisch. Ferguson zette twee middenvelders samen die elkaar volledig aanvulden. De één luid, de ander stil. De één fysiek, de ander technisch. Een leider op de voorgrond, naast een leider op de achtergrond.
Zonder de nummer 16 (Keane) en de nummer 18 (Scholes) zou het elftal niet hetzelfde zijn geweest. Maar het is Sir Alex Ferguson die de twee aan elkaar koppelde. In het seizoen 1993/1994 sloot Keane zich aan bij United. De club gaf veel geld voor hem uit.
De Ier werd zelfs de duurste Engelse voetballer van dat moment. Voor Ferguson leek geen prijs teveel om de middenvelder binnen te halen. Het was een volgende stap in het vormen van zijn ideale team. Ondertussen vergat hij de jeugd van de club niet.
In het seizoen 1993/1994 behoorden Gary Neville, Nicky But, David Beckham en Paul Scholes tot de eerste selectie van de club. Zij kwamen nog niet veel aan spelen toe. Dat Ferguson de jonge spelers rustig bracht, was ook te zien aan de rugnummers.
Zo begon Beckham met rugnummer 28, en Scholes met nummer 24. Twee jaar later had Scholes nummer 22. In die tijd kwam hij al meer aan spelen toe. Vanaf het seizoen 1996/1997, toen United opnieuw kampioen werd, ging hij als nummer 18 steeds meer een duo vormen met Keane.
In het Treble seizoen kregen de twee in de rug steun van Jaap Stam. Na een seizoen waarin het team alleen de Super Cup won, leek hij de nog ontbrekende schakel. De ploeg had een geweldige mix tussen dure aankopen en zelf opgeleidde spelers.
De groei van het team was misschien nog wel het beste te zien in de CL-finale van 1999, tegen Bayern München. Zelfs zonder het hart van het elftal werd Bayern verslagen. Keane en Scholes vochten voor die plek in de finale, en moesten toekijken met een schorsing.
In een recente podcast interview met oud-teamgenoot Rio Ferdinand vertelde David Beckham dat Roy Keane hoort bij de beste 5 spelers met wie hij heeft gespeeld. Met Keane heb je een absolute leider, volgens Beckham.
Toen Zinedine Zidane ooit werd gevraagd naar zijn favoriete voetballer noemde de Fransman Paul Scholes. Pep Guardiola plaatst hem boven Frank Lampard en Steven Gerrard.
Keane en Scholes vormden een uniek duo op het middenveld. Het zijn twee van de beste nummers 16 en 18 die we ooit hebben gezien. De lat ligt bij United onmogelijk hoog. Dat is mede te danken aan de kwaliteiten van beide spelers.
Lees Hier Meer:
Geschreven door: Freddy Gomes