Xabi Alonso speelde in zijn carrière met de volgende rugnummers:
Real Sociedad, nummer 4
Liverpool, nummer 14
Real Madrid, nummers 22 en 14
Bayern München, nummers 3 en 14
Spanje, nummers 16 en 14
In 2008 lukte het Spanje eindelijk om de potentie waar te maken.
Al vele jaren hoorde ik elk eindtoernooi van een geweldig team bij de Spanjaarden, die vervolgens elke keer weer teleurstelden. Dat was ook zo in 2006. Na een goede groepsfase trof Spanje de latere finalist Frankrijk, met een Zidane in vorm. Het toernooi zat er alweer op.
Twee jaar later was daar de regisseur op het middenveld, Marcos Senna. De geboren Braziliaan speelde lang voor Villareal. Het leek alsof het spel van Senna de ontbrekende schakel was voor Spanje. Hij speelde zo sterk dat er in 2010 twee spelers nodig waren om hem te vervangen.
In 2010 speelde Oranje de WK-finale tegen een zeer sterk Spanje. In plaats van Senna stonden er nu twee spelers opgesteld als controleur. De jonge Busquets stond opgesteld naast de meer ervaren Xabi Alonso. Net als bij zijn clubs speelde Alonso die avond met rugnummer 14.
Alonso was inmiddels speler van Real Madrid. Na zijn overgang van Real Sociedad naar Liverpool was het een grote speler geworden. Bij Liverpool won hij de Champions League in 2005. In de legendarische finale tegen Milan scoorde Alonso de gelijkmaker voor zijn team.
Bij Real Sociedad speelde de middenvelder nog met rugnummer 4. Dat is niet gek, want volgens de Engelse traditie is dat het nummer van de verdedigende middenvelder. Rugnummer 6 is in die traditie het nummer van de centrale verdediger. Alonso trof bij Liverpool echter Sami Hyypiä.
Hyypiä, oud-speler van Willem 2, was één van de aanvoerders en dé nummer 4 van Liverpool. Om toch met nummer 4 te kunnen blijven spelen koos Alonso voor rugnummer 14. Ik denk niet dat hij toen wist wat het rugnummer hem allemaal aan prijzen zou gaan brengen.
Ook bij Real en Bayern kreeg hij eerst te maken met de hiërarchie rond rugnummers. In zijn eerste seizoenen bij de clubs speelde hij met nummer 22 en nummer 3 vanwege de aanwezigheid van ervaren spelers die speelden met nummer 14. Hij moest wachten tot het vertrek van Guti en Pizarro.
Nadat hij bij Liverpool gehecht was geraakt aan zijn rugnummer, droeg hij dit nummer ook voor zijn land. In 2006 dus nog zonder succes, maar dat zou snel veranderen. In 2008 moest Xabi Alonso nog vooral toekijken hoe Senna de lijnen uitzette op het Spaanse middenveld.
In 2010 en 2012 vormde hij met Sergio Busquets een fantastisch duo. Het tiki taka voetbal van Spanje was in de finale van 2010 te sterk voor Oranje. Andres Iniesta besliste toen de finale in de velenging. In 2012 gingen de Spanjaarden nog een stapje verder.
In een systeem zonder échte aanvallers wist het team de titel te verdedigen, en schreef het geschiedenis. Als Xabi Alonso als trainer erin slaagt om ook maar de helft te bereiken van wat hij deed als speler, gaat hij een prachtige toekomst tegemoet. Het is de voormalige nummer 14 gegund.
Lees Hier Meer:
Johan Cruijff en zijn nummer 14
Geschreven door: Freddy Gomes