“Nee, jij moet hem nemen. Hé, neem jij die vrije trap nou!
De trainer stond aan de kant te roepen. De bal was al neergelegd door één van de andere spelers. Hij was weggelopen, omdat hij geen zin had in een discussie om de bal. Vandaag leek toch al niet zijn dag te gaan worden. Hij begon op de bank deze middag. Zijn invalbeurt was nog geen succes.
Het liep allemaal anders dan hij die ochtend had zitten bedenken. Wakker worden op zaterdagochtend was altijd een heerlijk gevoel. Hier draaide heel de week om. Hij moest de dagen doorkomen op school, iets waar hij steeds meer moeite mee had.
Een paar keer in de week mocht hij het trainingsveld op. Hier voelde hij zich op zijn plek. Toch was het niet hetzelfde als de zaterdag. Niets kon worden vergeleken met de 90 minuten op het veld tijdens een wedstrijd. Hij voelde zich uitgeslapen. Zijn tas had hij de avond ervoor al ingepakt. De verzameltijd was, zoals vaker bij thuiswedstrijden, 13:00.
Het was een mooie competitie. Tegenstanders waren onder meer een aantal profclubs uit het Zuiden van het land. Het ging niet om de hoogste competitie in de leeftijdscategorie, maar ondanks dat was het een hoog niveau. Vandaag kwam Geel Zwart op bezoek. Dit kon een mooie wedstrijd worden.
Zij waren een kleinere club. Dit was een kans om zich te bewijzen tegen een op papier betere tegenstander. Samen met zijn vader vertrokken ze van huis, en stapten in de auto. Hij keek direct naar de tijd. Ze waren een paar minuten later dan normaal. Als het verkeer niet tegen zou zitten moesten ze het redden.
Het verkeer zat niet mee. Ze reden binnen op de parkeerplaats van de club. Hij keek naar de tijd. 2 minuten over 13:00. Snel pakte hij zijn tas, en liep het terrein op. Waar was de trainer? Hij vroeg zich af of mensen doorhadden dat hij eigenlijk te laat was. Iedereen was al aanwezig.
Het was tijd om de kleedkamer op te zoeken. De trainer nam de opstelling door. Zijn vermoeden werd bevestigd. Hij was te laat, het was gezien, en dus zat hij op de bank. Hij baalde hier erg van, maar besefte ook dat de knop om moest. Om het team te steunen. En omdat hij zich mentaal moest voor gaan bereiden op een invalbeurt. De trainer zou hem nodig gaan hebben, dacht hij.
Geel Zwart bleek inderdaad een sterke tegenstander. Ze gingen de rust in met een 1-3 achterstand. En dus moest hij gaan warmlopen. Zou het lukken om de achterstand goed te maken?
De ploeg wist terug te komen tot 2-3. De druk op de tegenstander nam toe. Ze voelden aan dat er meer in zat. Tegen het einde kregen ze een vrije trap mee. De bal lag op ongeveer 18 meter van het doel, iets naar links. Hij liep weg bij de bal toen een ander deze vol vertrouwen opeiste.
De trainer zag dat gebeuren en riep vanaf de kant dat hij de vrije trap moest nemen. Hij wist even niet wat hij moest doen. Hij had geen zin om zijn teamgenoot weg te sturen. De trainer riep opnieuw duidelijk dat hij de vrije trap moest nemen. Hij legde bal goed klaar, en keek naar de goal.
Hij moest denken aan een oude vrije trap van Ronald Koeman, tegen de Engelsen in de Kuip. Ook in dit geval stond de keeper vrij ver aan één kant van de goal. De muur stond op de juiste afstand. Dit zag er goed uit. De bal moest met precisie over de muur, en met voldoende snelheid om te voorkomen dat de keeper erbij kon.
Hij nam diep adem, en keek nog een keer. Daarna nam hij een korte aanloop, en maakte contact met de bal. Hij wist dat hij de bal goed had geraakt. De bal ging over de muur, richting de goal. Dankzij het effect draaide de bal verder weg van de keeper. Deze kon er alleen naar kijken.
De bal krulde prachtig het doel in. 3-3! De opluchting in de groep was groot. Ze hadden hard gewerkt in de tweede helft om de achterstand goed te maken. Dat het op deze manier gebeurde was genieten. Kort daarop volgde het fluitsignaal van de scheidsrechter.
Zijn trainer zocht hem op, en keek hem aan. “Ik zei toch dat jij 'm moest nemen”? De twee konden er nu om lachen. Hij had zijn fout van eerder op de dag weer goedgemaakt.
Hij zou daarna niet meer te laat komen.
Lees Hier Meer: