Pingelen is de handeling waarbij een voetballer met de bal aan de voet aan een actie begint.
Tijdens het pingelen passeert een speler één of meerdere tegenstanders. Toch zie ik het woord pingelen als een tikje negatief omdat het vaak wordt gebruikt ivm een gebrek aan rendement.
Wie een pingelaar wordt genoemd ziet regelmatig teamgenoten over het hoofd die er beter voor staan. Er is in sommige situaties een gebrek aan overzicht en een matig vervolg op de actie. Het kan zijn dat er balverlies ontstaat omdat de speler onder druk wordt gezet door meerdere tegenstanders.
Speler die graag pingelen moeten leren om rendement aan de actie te koppelen. Dribbelen en drijven met de bal is leuk. Het passeren van tegenstanders is erg belangrijk. Uiteindelijk gaat het wel om wat er uit zo'n actie komt, zoals ik eerder al aangaf toen het ging over de panna.
Doku
Jeremy Doku is een buitenspeler van Manchester City en België. Het liefst begint Doku elke keer aan een actie. In plaats van een pingelaar zou ik hem beschrijven als een dribbelaar. Want Doku is een doelgerichte speler die voor gevaar wil zorgen met zijn acties.
Daarin zit het grote verschil. De wil om voor gevaar te zorgen. Echte pingelaars willen pingelen. Kappen, draaien en passeren is voor hen het belangrijkste. Maar daar heeft het elftal niets aan. Wat Doku in veel gevallen goed doet, is beseffen dat dankzij hem de ruimte ergens anders ligt.
Wanneer Doku wordt ingespeeld probeert de tegenpartij te zorgen voor dubbele dekking. Ook andere spelers van de tegenstander houden de situatie in de gaten. Hierdoor ontstaan er kansen voor anderen. Teamgenoten van Doku moeten met loopacties zorgen voor afleiding en diepgang.
Als teamgenoten dat goed doen, en Doku zich daarop instelt, zorgt dat voor gevaar. Dat zagen we in de slotfase van de Premier League. Met zijn actie zorgde Doku voor de assist op de winnende goal van Matheus Nunes. Dat gebeurde in de blessuretijd in de strijd om Champions League voetbal.
Kleine pingelaar
Wie ergens voor wordt geprezen zal daar meer van willen doen. Als speler van de O14 was ik technisch sterk omdat ik klein was en fysiek niet meekon. Mijn teamgenoten konden wel genieten van mijn panna's, en dus speelde ik wekelijks een bal mooi door de benen van tegenstanders.
Mijn acties waren leuk maar hadden geen rendement. Het pingelen was niet doelgericht. Mij maakte het niet eens uit in welke richting ik ging. Dat is de fout die jij moet voorkomen. Zorg dat de acties die jij maakt in het teken staan van de vervolgactie.
Passeer een tegenstander zodat je daarna een goede voorzet kan geven. Dribbel zodat je de ruimte maakt voor de steekpass. Kap een tegenstander uit zodat je kunt gaan voor een schot op doel.
Af en toe een actie maken omdat het mooi is, is geen probleem. Maar zorg dat het grootste deel van je spel is gericht op het rendement. Of een bal een assist wordt of niet heb je niet altijd in de hand. Waar jij voor moet zorgen is dat de bal na je actie goed is.
Herken jij jezelf in het woord pingelaar? Kijk kritisch naar je spel, en denk na over waar het beter moet. Jouw acties moeten een doel dienen. Wat probeer jij met een dribbel te bereiken?
Lees Hier Meer:
Geschreven door: Freddy Gomes, oprichter van Voetbal Tactics