Terug naar site

Hoe ouders voetballende kinderen kunnen helpen

7 april 2025

Soms denk ik terug aan de gesprekken met mijn vader.

Vanaf het moment dat ik vertelde op een hoger niveau te willen voetballen, werd hij serieuzer in zijn aanpak. Dan had hij na de wedstrijd punten van kritiek.

Wanneer we samen gingen trainen vertelde hij wat beter moest. Ik was toen tussen de 10 en 12 jaar. Het was niet altijd even leuk om zijn kritiek aan te horen. Ik weet nog dat ik eens vertelde dat hij ook positieve punten mocht opnoemen. “Ja, maar daar leer je niks van”, was zijn reactie.

Je leert vooral van je fouten. Dat had mijn vader goed gezien. Toch gaf ik aan dat het goed voelt als er zo nu en dan een compliment tussen zit. Maar hij kwam uit de jaren '40, en groeide op in Cabo Verde (ook bekend als Kaapverdië). Ik denk niet dat kinderen toen veel complimenten kregen.

Hoewel dat een andere tijd was, en ik zelf ook opgroeide in een andere tijd, denk ik niet dat er veel is veranderd. Ouders leven zo zwaar mee met de eigen kinderen, dat ze soms uit het oog kunnen verliezen waar het om gaat.

Kinderen mogen horen wat ze moeten verbeteren. Het is wel belangrijk om de gesprekken positief te houden. Laat ze weten wat ze goed doen. Waarom je zo trots bent. Het is goed om vooral de arbeid te complimenteren, en niet zozeer het resultaat. Want dat kan elk weekend anders zijn.

Dat is dan het moment om aan te geven wat er in jouw ogen beter kan. Begin zacht. Kijk naar de eerste reactie. Je zal misschien je kind op een andere manier leren kennen. Ik denk dat dit een ander onderdeel van het opvoeden is. Als het gaat om het algemene gedrag moeten kinderen luisteren.

Gaat het om de sport, dan is de situatie anders. Zij hebben dan de optie om ermee te stoppen. Soms stoppen kinderen met de sport voor zij de tijd hebben gekregen om te ontdekken of ze het echt leuk vinden. Dat heeft regelmatig te maken met ouders, die het lastig vinden om het rustig aan te doen.

Lessen

In de eerste jaren was mijn vader kalm. Hij hielp de trainer waar hij kon. Toen ik een jaar of 7, 8 was, wist hij dat het ging om plezier maken. Het moest moeilijk voor hem zijn. Hij was als voetballer een stuk fanatieker dan ik was. Ik hield vooral van scoren.

Eén dag staat me wel bij. Ik denk dat ik 9 was. Mijn vader reed mij en mijn beste vriend naar de wedstrijd. Achterin hadden wij een grote mond. We plaatsten een weddenschap over wie die dag de meeste doelpunten zou gaan scoren. De winnaar kreeg extra kikkers.

Zover kwam het niet, want die ochtend verloren we de wedstrijd dik. Na afloop was mijn vader woest. Zoals ik er nu, meer dan 30 jaar later, aan terugdenk hield hij zich nog in. Hij was niet boos omdat we hadden verloren. Het ging hem om onze instelling. “Dat wil ik nooit meer horen”.

Volgens mijn vader moest je respect tonen voor een tegenstander. Die mag je nooit onderschatten. Vuurwerk afsteken voor het feest, zo noemde hij dat. Mijn gedrag was vaker een onderwerp. Soms liep ik er verloren bij op het veld. Dan vroeg hij of ik er wel wilde zijn. Of ik het wel leuk vond.

“Laat dat dan zien”. Als het niet goed ging kon ik volgens hem nog altijd hard werken. Er was nooit een reden om niet je best te doen, los van het resultaat. Hoe ouder ik werd, hoe kritischer hij was op mijn spel. Hij zag in dat ik te gemakzuchtig was. Dat probeerde hij tegen te gaan.

Ik pestte door te zeggen dat ik technisch een betere voetballer was dan hij. “Dat klopt, maar als je zo hard zou werken als ik kan je nog beter zijn”, zei hij dan. Hij was in mijn tienerjaren kritischer, maar nog steeds vooral aanwezig op de achtergrond. Dat waardeerde ik altijd, en nu nog meer.

Kinderen hebben steun nodig. Wees zoveel mogelijk aanwezig. Dat betekent niet dat jij je altijd moet laten horen. Wil je dat wel doen, doe dat dan op een positieve manier. Vooral bij de jongste voetballers. Heb je geen positieve dingen te zeggen, zeg dan even niets.

Het is aan ouders en de trainers om het spelletje voor kinderen zo lang mogelijk leuk te houden. Geef ze de tijd om erachter te komen wat het voetbal voor ze betekent. Probeer ze beter te maken door veel complimenten te geven, met soms een zachte kritische noot.

Vergeet niet dat het om de kinderen gaat. Ik weet uit eigen ervaring hoe lastig het soms kan zijn om rustig langs de kant te blijven. In een oude rol als trainer voor kinderen tot 10 jaar besefte ik hoe leuk ik het vond om te winnen. Ik moest mezelf eraan blijven herinneren dat het daar niet om ging.

Het was mijn taak om te zorgen dat de kinderen er plezier in hadden. Ik moest proberen bij te dragen aan de algehele ontwikkeling van die kinderen. Dat hoorde bij mijn rol als trainer, maar ik denk dat het ook geldt voor de ouders. Op zaterdag wordt dat helaas snel vergeten.

Lees Hier Meer:

Waarom voetballen goed voor jou kan zijn

Geschreven door: Freddy Gomes, oud-voetballer op niveau en oud-trainer van een vriendenteam. Ik speelde 7 jaar voor Excelsior Rotterdam. Vanaf de C-jeugd (O14) tot aan het tweede elftal. Later speelde ik een aantal seizoenen in de Hoofdklasse. Als trainer werd ik kampioen met mijn vriendenteam in de Reserve 5e Klasse Zaterdag. Ik was tevens de keeper van dat team.