Terug naar site

Een oefening voor het passen en aannemen

22 juni 2025

Voor deze oefenvorm heb je nodig:

  • vier pionnen
  • minimaal vier spelers
  • 1 bal

Ik noem deze oefenvorm 'het vierkant'. Er zijn meerdere varianten mogelijk, maar in dit stuk richten we ons op het passen en aannemen.

Wat we in deze oefening gaan doen is de bal van speler naar speler passen, van pion naar pion. Om dit vloeiend voor elkaar te krijgen moet de aanname goed zijn, zodat er direct daarna een pass kan worden gegeven.

Het uitzetten

Gebruik voor het uitzetten van deze oefenvorm vier pionnen. Zet deze minimaal 10 meter van elkaar. Hoe verder het team is in het passen en trappen, hoe groter de oefening kan zijn. Train je een groep die niet veel ervaring heeft in dit soort oefeningen, houd het dan wat kleiner.

Doe dit tot je ziet dat de groep steeds beter begint te worden. Je hebt minimaal vier spelers nodig om dit uit te voeren. Heb je er acht, zet dan twee spelers bij elke pion. Elke tweede speler zal even moeten wachten. Is de groep groot, dan kan je twee vierkanten uitzetten. Verdeel de spelers.

We doen de oefenvorm met één bal. Het is mogelijk om een tweede bal in het spel te brengen. Dit is voor gevorderden. Pas wanneer een groep op tempo en geheel nauwkeurig dit kan uitvoeren, zijn ze klaar voor een tweede bal. We beginnen met de eerste pass. De ontvanger maakt een vooractie.

Het opendraaien

Het mooie aan deze oefening is dat spelers leren aannemen én opendraaien. Het aannemen van de bal moet in de juiste richting, zodat deze speelklaar is. Als dit nieuw is voor spelers, geef ze de kans om fouten te maken en sta meer balcontacten toe. Laat het spel gewoon doorgaan.

Wanneer de groep wat verder is, moet er bij een fout in de passing of aanname opnieuw worden gestart. De oefening bestaat dus uit het inspelen van de eerste bal, na de vooractie van de ontvanger volgt het aannemen en opendraaien. Daarna de pass op de volgende speler.

Vooractie, aannemen en opendraaien. Passen. Hoe meer spelers deelnemen aan de oefening, hoe langer deze door kan lopen. Spelers kunnen bij de pion even rusten terwijl ze wachten op hun beurt. Laat bij beginners de oefening bij fouten doorlopen en laat bij het rusten zien wat er beter moet.

Hoger Tempo

Een groep kan weken of maanden nodig hebben om beter te worden in het afwerken van de oefening. Zie je dat het beter gaat, dan kan je hogere eisen gaan stellen. De passing moet niet alleen nauwkeuriger, het tempo moet hoger. Dat betekent de bal harder inspelen.

Dat maakt het aannemen uitdagender, waardoor deze nog meer wordt verbeterd. Zorg er in het begin voor dat de oefening eenvoudig is en laat het ook na fouten doorlopen. Hoe verder de spelers komen, hoe meer eisen je kan stellen. Hier komen dan ook wat varianten bij kijken.

Lees Hier Meer:

Werken aan de passing

Geschreven door: Freddy Gomes, oud-voetballer op niveau en oud-trainer van een vriendenteam. Ik speelde 7 jaar voor Excelsior Rotterdam. Vanaf de C-jeugd (O14) tot aan het tweede elftal. Later speelde ik een aantal seizoenen in de Hoofdklasse. Als trainer werd ik kampioen met mijn vriendenteam in de Reserve 5e Klasse Zaterdag. Ik was tevens de keeper van dat team.