Het seizoen was ongeveer halverwege. Wij waren koploper.
De twee toppers thuis tegen de nummers 2 en 3 waren goed verlopen. Van die twee wedstrijden wonnen we er één, en speelden de ander gelijk. Onze volgende tegenstander was een middenmoter.
Die moesten we toch met gemak kunnen verslaan? Na de eerste goal tegen dacht ik dat we wakker waren. Die goal was een streep van zo'n 25 meter in de kruising. Normaal zei ik dat het mij op dat niveau niet mocht overkomen. Maar deze bal was echt onhoudbaar.
In plaats van de gelijkmaker moesten we vrezen voor een tweede tegengoal. Het werd die dag uiteindelijk 5-1. We waren volkomen kansloos. Geen moment zaten we in de wedstrijd. Het tekende de competitie dat de tegenpartij ons nooit terug liet komen op die middag.
Na afloop was ik niet boos. Ook in de rust niet. Ik zei tegen de groep dat ik dit al eerder had verwacht. Toen overkwam het ons niet. Maandenlang riep ik dat we alleen een goede ploeg waren als iedereen daarvoor werkte. Zonder arbeid waren we maar matig, dat was mijn boodschap.
Scherpte
Een week na de overwinning in de topper speelden we opnieuw een thuiswedstrijd. Deze keer tegen een team dat een paar plaatsen onder ons stond. Om te voorkomen dat we daar te makkelijk over zouden denken besloot ik op woensdag ruzie met de groep te zoeken.
Nog voor het einde van de training vertrok ik vloekend naar binnen. Daarbij riep ik dat de training voorbij was omdat de groep er toch geen zin in leek te hebben. Ik hoopte met die truc op de scherpte die nodig was om de wedstrijd van zaterdag te winnen.
Of de truc werkte, weet ik niet. Wel wonnen we die dag waardoor we een hele goede fase door konden trekken. De 5-1 nederlaag was mijn verantwoordelijkheid. Niet alleen omdat ik voor de groep stond. Ergens had ik niet meer gedacht dat het ons zou overkomen.
Daarmee dacht ik zelf makkelijk over iets waar ik meer mee bezig moest zijn. Ik maakte dus dezelfde fout als de groep. Boos worden had geen zin, maar ik had daar eigenlijk ook geen recht op gezien mijn eigen gedrag. Het enige dat ik kon doen was de nederlaag als een les gebruiken.
Het Bewijs
De groep had nu ervaren waar ik zo vaak voor had lopen waarschuwen. Dat bewijs was veel meer waard dan mijn praatjes. We hadden nu gezien dat we net als elk ander in de competitie tegen een nederlaag aan konden lopen. De groep zag daarnaast dat verliezen op deze manier nog erger was.
In het voetbal is verliezen altijd een optie. Een nederlaag lijden omdat je instelling niet klopt is onacceptabel. Verlies je van een tegenstander, dat kan. Wanneer je verliest van jezelf is dat een groot probleem. Gelukkig was het team er klaar mee om steeds door eigen toedoen te verliezen.
Ik besefte die dag dat ik blij moest zijn met het bewijs. Mijn taak was om rustig te blijven. Er was niks aan de hand, als we ons zouden herstellen. Ik vertelde het team dat we nog steeds dezelfde goede groep waren. Een titelkandidaat op dagen dat we in staat waren om alles te geven.
We leerden die dag een belangrijke les, en zouden niet meer dezelfde fout maken.
Lees Hier Meer:
Waarom ik met mijn team geen druk vooruit wou zetten
Geschreven door: Freddy Gomes, oud-voetballer op niveau en oud-trainer van een vriendenteam. Ik speelde 7 jaar voor Excelsior Rotterdam. Vanaf de C-jeugd (O14) tot aan het tweede elftal. Later speelde ik een aantal seizoenen in de Hoofdklasse. Als trainer werd ik kampioen met mijn vriendenteam in de Reserve 5e Klasse Zaterdag. Ik was tevens de keeper van dat team.