In de kleedkamer van Manchester City is Fabian Delph aan het woord.
De Engels international spreekt zich uit over het gedrag van de ploeg wanneer het even tegen zit. Volgens Delph gaan de koppies hangen bij City als het team te maken heeft met een achterstand.
Hij zegt dat ze bevriezen. De linkspoot geeft zijn teamgenoten het advies om terug naar de basis te gaan op die momenten. De persoonlijke duels winnen, zorgen dat het team compact blijft. Dat zijn volgens Delph de dingen die dan sowieso moeten gebeuren. Ga terug naar de basis.
Het (oude) korte filmpje met het advies van Delph deed mij denken aan iets waar ik vaker over nadenk. Hoe zorg je dat je als voetballer altijd minimaal een 6 scoort? Door dit te leren zorg je dat je ook op een mindere dag belangrijk bent voor je team.
Waarom
Als jonge speler was het bij mij, vooral als buitenspeler, een kwestie van alles of niks. Op die positie kwam je soms weinig aan de bal. Te vaak liet ik de eerste bal bepalen hoe mijn wedstrijd zou verlopen. Met een foute eerste aanname dacht ik al meteen dat het mijn dag niet was.
Ik accepteerde dat ik op sommige dagen een linksback dol kon draaien, terwijl ik op andere dagen onzichtbaar was. Op die dagen liet ik het koppie hangen. Alsof het iets was wat mij overkwam, waar ik geen controle over had. Dat is natuurlijk niet waar. Je bepaalt altijd zelf hoeveel je geeft.
Accepteer niet dat je dagen hebt waarop je een onvoldoende scoort. Eén keer een mindere dag is heel normaal. Maar sta niet toe dat je regelmatig wedstrijden hebt waarin je nauwelijks van waarde bent voor je team. Daar begint het mee. Wat verwacht je van jezelf?
De tijd van de wisselvallige buitenspeler lijkt voorbij. In mijn tijd was er gaan sprake van verdedigende arbeid voor aanvallers. Nu wel, en dat is hoe jij op mindere dagen je team kan helpen. Door hard te werken als het voetballend niet lukt kan je altijd minimaal een 6 scoren.
Voorbeeld
Er waren niet veel aanvallers die zo hard werkten voor het team als Dirk Kuijt. Technisch misschien niet de beste, maar Kuijt koppelde werklust aan de kwaliteiten die hij in huis had. Trainers wisten dat zij elke wedstrijd op hem konden rekenen. Als teamgenoot wist je dat hij altijd voor je liep.
Kuijt kon, net als andere topaanvallers, wedstrijden beslissen. Omdat hij ook nog eens keihard werkte voor het team, was het voor trainers makkelijk om hem op te stellen. Al ging een trainer soms op zoek naar een plek voor hem, hij werd wel opgesteld.
Ik begrijp dat trainers mij passeerden wanneer zij voor een keuze stonden. Met mij kozen ze voor een wisselvallige, onvoorspelbare en technisch vaardige speler. Niet alle wedstrijden vragen daarom. Er zijn trainers die liever een speler opstellen waar ze op kunnen rekenen. Zelfs voorin.
Toen ik eenmaal voor de groep stond kreeg van mij 1 speler de vrijheid om zijn eigen spel te spelen. Alle anderen moesten zich aanpassen aan onze speelwijze. Mindere dag of niet, iedereen wist wat er verwacht werd. Als team scoorden we altijd net een voldoende. Zo werden we kampioen.
Heb je een mindere dag? Keer terug naar de basis. Werk keihard voor je team, en voor jezelf.