Zo'n tien jaar van mijn tijd als voetballer op niveau ging het over mijn beste positie.
Was ik beter als middenvelder, of toch als aanvaller? Ik wist het ook niet altijd. De ene keer voelde ik mij een echte rechtsbuiten, op een andere dag wist ik zeker dat ik op het middenveld hoorde.
Hoe ouder ik werd, hoe duidelijker voor mij werd dat ik het liefst als middenvelder speelde. In de oude speelwijze van de Excelsior jeugd was mijn positie als middenvelder die van rechtshalf. De twee half spelers speelden in de rol die vandaag een dubbele zes wordt genoemd.
Dat betekende voor mij dat ik voor de verdediging aan de bal kon komen om het team te helpen met de opbouw. Toen mijn trainer in de A1 een andere type speler voor ogen had als rechtshalf probeerde hij mij een aantal keer uit als nummer 10. Dat verliep voor ons beiden anders dan gedacht.
Het verschil
Een speler beoordelen op één of twee wedstrijden is lastig. Als je al wat hebt laten zien op een andere positie, is het logisch dat je prestaties worden vergeleken. In mijn geval had ik al wat laten zien als buitenspeler, waardoor een mindere wedstrijd op 10 nog meer opviel.
Het probleem was dat ik als 10 minder aan de bal kwam dan als rechtshalf, en zelfs als buitenspeler. In het team zat niet erg veel voetballend vermogen. In die paar wedstrijden op die positie kwam ik er niet aan toe om uit te zoeken wat ik beter kon doen om meer aan de bal te komen.
Wanneer ik in de bal bewoog kwam er een lange bal. Bleef ik meer in de buurt van de spits, dan probeerde het team van achteruit op te bouwen. Als buitenspeler stond ik in ieder geval breed waardoor er de ruimte lag voor een opening. In de 10 positie waren de ruimtes een stuk kleiner.
Als buitenspeler kom je tegenwoordig steeds meer op de positie van aanvallende middenvelder te staan bij balbezit. De rechtsback zal dan proberen in de open ruimte te lopen. Toch blijft de 10 een positie waarin je tactisch slimmer moet zijn om vrij te komen.
Je zal moeten leren om tussen de linies te voetballen. De momenten herkennen is belangrijk omdat je er op een hoger niveau niet veel krijgt. De samenwerking met de andere middenvelders moet kloppen. De één trekt weg, neemt de tegenstander mee, en er is ruimte om aan de bal te komen.
Aan de zijkant kan in veel gevallen een vooractie genoeg zijn om ruimte te maken tegenover je directe tegenstander. Centraal zijn die vooracties niet genoeg om aan de bal te komen. Daar zullen andere dingen een rol spelen. Een goed georganiseerde tegenpartij zal het centrum afsluiten.
Het is belangrijk dat je als 10 niet te diep gaat lopen. Je bent niet aanspeelbaar, en maakt het makkelijker voor de tegenpartij om je te verdedigen. Het is een constant spelletje tussen bewegingen vooruit, terug en soms zijwaarts. Als buitenspeler is dat een stuk eenvoudiger.
Een ander verschil is het moment dat je aan de bal komt. Aan de zijkant kan er de ruimte liggen voor de 1 tegen 1 met de back. Als 10 zal je een verdedigende middenvelder hebben die in je nek hijgt. In die gevallen zal je simpel moeten spelen, om daarna door te bewegen voor de volgende bal.
De ene positie is niet beter dan de ander. De twee verschillen wel van elkaar. Wees bewust van de verschillen die er kunnen zijn, en geef jezelf de tijd te wennen. Op beide posities zijn er specifieke zaken die je moet leren. Dat heeft tijd nodig. Zorg dat je goed begrijpt wat je beter ligt, en waarom.
Lees Hier Meer:
Geschreven door Freddy Gomes